2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga...

55
2 단계 2 Livello 2 Nível 2 Niveau 2 Nivel 2 Level 2 Stufe 2 レベル 2 NÉERLANDAIS HOLANDÊS 荷兰语 네덜란드어 OLANDESE HOLANDÉS DUTCH NIEDERLÄNDISCH オランダ語 NEDERLANDS 2 단계 2 Livello 2 Nível 2 Niveau 2 Nivel 2 Level 2 Stufe 2 レベル 2 NÉERLANDAIS HOLANDÊS 荷兰语 네덜란드어 OLANDESE HOLANDÉS DUTCH NIEDERLÄNDISCH オランダ語 Course Content Contenido del curso Contenu du cours Kursinhalt Contenuto del corso Conteúdo do curso コース内容 코스 컨텐트 북 课文

Transcript of 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga...

Page 1: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

2 级

단계 2 Livello 2

Nível 2 Niveau 2

Nivel 2

Level 2Stufe 2レベル 2

NÉERLANDAISHOLANDÊS荷兰语

네덜란드어 OLANDESE HOLANDÉS

DUTCHNIEDERLÄNDISCHオランダ語

Course ContentContenido del curso

Contenu du cours

Kursinhalt

Contenuto del corso

Conteúdo do curso

コース内容코스 컨텐트 북

课文

NEDERLANDS

2 级

단계 2 Livello 2

Nível 2 Niveau 2

Nivel 2

Level 2Stufe 2レベル 2

NÉERLANDAISHOLANDÊS荷兰语

네덜란드어 OLANDESE HOLANDÉS

DUTCHNIEDERLÄNDISCHオランダ語

Course ContentContenido del curso

Contenu du cours

Kursinhalt

Contenuto del corso

Conteúdo do curso

コース内容코스 컨텐트 북

课文

Page 2: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

CCB-NED-L2-2.0- 79024

ISBN 978-1-60391-753-7

All information in this document is subject to change without notice. This document is provided for informational purposes only and Rosetta Stone Ltd. makes no guarantees, representations or warranties, either express or implied, about the information contained within the document or about the document itself. Rosetta Stone,® Language Learning Success,™ and Dynamic Immersion,®

.are trademarks of Rosetta Stone Ltd

.Copyright © 2011 Rosetta Stone Ltd. All rights reserved

.Printed in the United States of America

Rosetta Stone Harrisonburg, Virginia USA T (540) 432-6166 • (800) 788-0822 in the USA and Canada F (540) 432-0953 RosettaStone.com

Page 3: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

NEDERLANDS

2 级

단계 2 Livello 2

Nível 2 Niveau 2

Nivel 2

Level 2Stufe 2レベル 2

NÉERLANDAISHOLANDÊS荷兰语

네덜란드어 OLANDESE HOLANDÉS

DUTCHNIEDERLÄNDISCHオランダ語

Course ContentContenido del curso

Contenu du cours

Kursinhalt

Contenuto del corso

Conteúdo do curso

コース内容코스 컨텐트 북

课文

Page 4: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn
Page 5: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

InhoudReizen

1.1 Hoofdles............................................................................11.2 Hoofdles............................................................................31.3 Hoofdles............................................................................51.4 Hoofdles............................................................................71.5 Mijlpaal.............................................................................9

Verleden en toekomst2.1 Hoofdles..........................................................................102.2 Hoofdles..........................................................................122.3 Hoofdles..........................................................................142.4 Hoofdles..........................................................................162.5 Mijlpaal...........................................................................18

Vrienden en vrije tijd3.1 Hoofdles..........................................................................193.2 Hoofdles..........................................................................213.3 Hoofdles..........................................................................233.4 Hoofdles..........................................................................253.5 Mijlpaal...........................................................................27

Eten en vakantie4.1 Hoofdles..........................................................................284.2 Hoofdles..........................................................................304.3 Hoofdles..........................................................................324.4 Hoofdles..........................................................................344.5 Mijlpaal...........................................................................36

Alfabet ����������������������������������������������������������������������������������37

Index �������������������������������������������������������������������������������������38

Page 6: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

1

1�1 Hoofdles

01 eenpostkantooreenhoteleenbankeenmuseumeenterraseenbibliotheek

02 Zijwerktbijdebank.Hijwerktophetpostkantoor.Zijwerkenophetterras.

03 Zijleestophetterras.Zijlezenindebibliotheek.Hijleestinhetmuseum.

04 Zijwerkenbijdebank.Zijwerktinhethotel.Hijwerktinhetmuseum.

05 Devrouwisthuis.Demannenzijnophetwerk.Defamilieisthuis.Dekinderenzijnopschool.

06 Demannenkokenophetwerk.Demankooktthuis.Dekinderenlezenopschool.Hetkindleestthuis.

07 Ikbenthuis.Ikbenophetwerk.Ikbenopschool.

08 Dekinderenzijnthuis.Dekinderengaannaarschool.Dekinderenzijnopschool.Devrouwisthuis.Devrouwgaatnaarhetpostkantoor.Devrouwisophetpostkantoor.

09 Zijgaatnaarhetwerk.Zijgaatnaarschool.Zijgaatnaardebibliotheek.Zijgaatnaarhetterras.

10 Ikganaarhethotel.Hijgaatnaardebank.Wijgaannaarhetpark.Zijgaannaarhetmuseum.

11 eentheatereentheatereentheatereenstadioneenstadioneenbenzinestation

12 Demensenstaaninhetstadion.Devrouwzitinhettheater.Demanwerktbijhetbenzinestation.

13 Hijleesteenkaart.Zijkooptbenzine.Devrouwenlezeneenkaart.Demannenhebbenbenzinenodig.

14 Wijhebbenbenzinenodig.Hijkooptbenzinemeteencreditcard.Zijheefteenkaartnodig.Zijkoopteenkaartmetcontantgeld.

15 Zijheeftbenzinenodig.Zijheeftgeldnodig.Zijheefteenkaartnodig.Zijheeftkoffienodig.

16 Waargajijnaartoe?Ikganaardeapotheek.Waargaanjullienaartoe?Wijgaannaardebibliotheek.

17 Waargaatunaartoe?Ikganaarhetziekenhuis.Waargaanjullienaartoe?Wijgaannaarhetstadion.Waargaathijnaartoe?Hijgaatnaarschool.Waargaanzijnaartoe?Zijgaannaarhetrestaurant.

18 Hijheeftmedicijnennodig.Ikganaardeapotheek.Wijhebbenmelknodig.Ikganaardesupermarkt.Wijhebbenbenzinenodig.Ikganaarhetbenzinestation.

Page 7: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

2

1�1 Vervolg

19 Waargaanjullienaartoe?Ikganaarhethotel.Waargajijnaartoe?Ikganaardebibliotheek.Waargaanjullienaartoe?Wijgaannaarhettheater.

20 Waargajijnaartoe?Ikganaarhetstadion.Waargaatunaartoe?Ikganaardebibliotheek.

21 Wijgaannaarhetmuseum.Wijgaannaarhetpostkantoor.Wijgaannaarhetbenzinestation.Wijgaannaardebank.

22 Demanstaatachterdeboom.Dejongenstaatvoordeboom.Hetmeisjestaatachterhetlaken.Devrouwstaatvoorhetlaken.

23 Defietsstaatvoorhethuis.Defietsstaatachterhethuis.Hetpaardstaatvoorhetmuseum.Devrouwstaatachterdeman.

24 Demanstaatnaastzijnauto.Deblauweautorijdtnaastderodeauto.Demanzitnaastzijnvrouw.Devrouwstaatnaasthaarpaard.

25 Demanstaatachterdeauto.Demanstaatnaastdeauto.Demanstaatvoordeauto.

26 Devrouwisinhetmuseum.Demanstaatopdestoel.Dejongenligtonderdetafel.

27 Hetdierstaatachterdeauto.Hetdierzitonderhethuis.Hetdierligtopdeauto.Hetdierzitinhethuis.Hetdierstaatvoorhethuis.Hetdierstaatnaastdeauto.

28 Waarbenjij?Ikzitonderdestoel.Waarbenjij?Ikstaachterdestoel.Waarbenjij?Ikligonderdeauto.Waarbenjij?Ikstaachterdeauto.

29 Hetmeisjezitlinksvandejongen.Dehondlooptrechtsvanhetmeisje.Defietsstaatlinksvandevrouw.Dekaartisrechtsvandeman.

30 Hijheeftbloemeninzijnlinkerhand.Hetspeelgoedstaatnaastzijnrechtervoet.Ditishaarrechterhand.Ditishaarlinkervoet.

31 Hetterrasislinksvandeman.Hetterrasisrechtsvandeman.Hettheaterislinksvandeman.Hettheaterisrechtsvandeman.

32 Waarishetpostkantoor?Wijhebbeneenkaartnodig.Verkooptdeboekwinkelkaarten?Ja,deboekwinkelverkooptkaarten.

33 Hallo,wijhebbeneenkaartnodig.Dekaartenstaanachterdekranten.Ikwildezekaartkopen.

34 Hoeveelkostdezekaart?Hijkostvijfdollar.Wiltumetcontantgeldbetalen?Nee,danku.Ikwilmeteencreditcardbetalen.

35 Waarwiltunaartoe?Wijwillennaarhetpostkantoor.Hetpostkantoorisnaastdeboekwinkel.

Page 8: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

3

1�2 Hoofdles

01 Dekinderenstaaninderij.Demannenstaaninderij.Devrouwenstaaninderij.

02 Heteerstekindinderijdraagteenroderok.Hettweedekindinderijdraagteenzonnebril.

HetderdekindinderijdraagteenblauwT-shirt.

Hetvierdekindinderijdraagteenhoed.

03 Deeersteinderijislang.Detweedeinderijheeftblondhaar.Dederdeinderijheeftzwarthaar.Devierdeinderijheeftdorst.

04 Heteerstegetalisdrie.Hettweedegetalisnegen.Hetderdegetaliszeven.

05 Waarishettoilet?Hetisdeeerstedeurrechts.Waarishettoilet?Hetisdetweededeurlinks.

06 Waarishettoilet?Hetisdeeerstedeurlinks.Welkejasisvanu?Ikhebeenrodejas.Mijnjasisdevierdejasinderij.

07 Hijisophetwerk.Hijgaatnaarhuis.Hijisthuis.

08 Ikbenthuis.Ikganaarhetwerk.Ikbenophetwerk.

09 Zijzijnthuis.Zijgaannaarschool.Zijzijnopschool.

10 Ikganaarhetwerk.Hijgaatnaarhetwerk.Zijzijnophetwerk.Zijisophetwerk.

11 Zijgaannaarhettheater.Hijwerktinhettheater.Zijzitinhettheater.

12 Waarwiltunaartoe?Ikwilnaarhethotel.Waarwiltunaartoe?Wijwillennaarhettheater.Waarwiltunaartoe?Ikwilnaarhetstadion.

13 eenmetroeenmetroeenmetroeenbuseenbuseentaxi

14 Hijneemtdebus.Zijneemtdemetro.Zijnemeneentaxi.

15 Dezemensennemendemetro.Dezemensennemendebus.Dezemensennemeneentaxi.

16 Pardon,waarismijnstoel?Jouwstoelisrechts.Danku.Alsjeblieft.

17 Pardon.Wiltuopmijnstoelzitten?Ja,danku.Alstublieft.

18 Pardon,waarismijnstoel?Uzitopstoeldrie.WaarisSara?Zijzitopstoelacht.

19 Hoegajijnaarhetwerk?Ikneemdemetronaarhetwerk.Hoegajijnaarschool?Ikloopnaarschool.

20 Hoegaatunaarhetwerk?Ikneemdeauto.Hoegajijnaarschool?Ikneemdebus.

Page 9: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

4

1�2 Vervolg

21 Hijneemtdebus.Zijstaptuitdebus.Zijneemtdemetro.Zijstappenuitdemetro.

22 Wijstaanbijdebushalte.Zijzitbijdebushalte.Hijstaptuitdebusbijdebushalte.Zijgaannaarhetmetrostation.Ikzitophetmetrostation.Hijstaptuitdemetroophetmetrostation.

23 Zijstaptindebus.Hijstaptuitdebus.Hijstaptindebus.Zijstaptuitdebus.

24 Debushalteisvoorhetpark.Hetmuseumisachterhetpark.Hetbenzinestationisvervandestad.Hetpostkantoorisdichtbijhetrestaurant.

25 Waargaatunaartoe?Ikganaarhetmetrostation.

26 Waargaatunaartoe?Ikganaarhetmetrostation.

27 Detaxislaatlinksaf.Detaxigaatrechtdoor.Detaxislaatrechtsaf.

28 Debusslaatlinksaf.Deautoslaatrechtsaf.Detaxigaatrechtdoor.

29 Slalinksaf.Garechtdoor.Slarechtsaf.

30 Pardon,hoekomikbijdebushalte?Garechtdoor.Pardon,hoekomikbijhethoteldichtbijhetmuseum?

Ganaardederdestraatenslalinksaf.Pardon,hoekomikbijdebibliotheek?Ganaarhetmuseumenslarechtsaf.

31 Pardon,hoekomikbijeenbank?Garechtdoornaarhetpark.Slalinksaf.Rechtsiseenbank.

32 Pardon,hoekomikbijhetmuseum?Neemdebusnaardevierdebushalte.Stapuitdebusenloopnaardetweedestraat.

Hetmuseumislinks.Danku.Alstublieft.

Page 10: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

5

1�3 Hoofdles

01 eenvliegtuigeentreineenbuseenvliegveldeentreinstationeenbusstation

02 Demaneetinhetvliegtuig.Devrouwslaaptindetrein.Demensenstappenuitdebus.

03 Ikwachtophetvliegtuig.Zijwachtenopdetrein.Zijwachtopdebus.

04 ‘smiddagsopeenvliegveld‘sochtendsopeentreinstation‘snachtsopeenbusstation

05 Devrouwenhaarzoonwachtenophetvliegveld.

Ikwachtophetbusstation.Demannenwachtenophettreinstation.Zijwachtophetterras.

06 Demandraagteenhorloge.Eentreinstationheefteenklok.Devrouwdraagteenhorloge.Eenvliegveldheefteenklok.

07 Hethorlogeligtopdetafel.Deklokstaatopdetafel.Hethorlogeligtnaastdegootsteen.Deklokstaatnaastdegootsteen.

08 Hetiséénuur.Hetistweeuur.Hetisdrieuur.Hetisvieruur.Hetisnegenuur.Hetistwaalfuur.

09 Hetisvijfuur‘sochtends.Hetiszesuur‘sochtends.Hetisachtuur‘sochtends.Hetisdrieuur‘smiddags.Hetiszevenuur‘savonds.Hetiselfuur‘savonds.

10 Hetisachtuur‘sochtends.Hetiséénuur‘smiddags.Hetisachtuur‘savonds.Hetiséénuur‘snachts.

11 Hetvliegtuigvertrektomvieruur‘smiddags.Hetvliegtuigkomtaanomnegenuur‘savonds.

Detreinvertrektomzesuur‘sochtends.Detreinkomtaanomtweeuur‘smiddags.

12 Debusvertrektomhalfzeven‘savonds.Hetvliegtuigkomtaanomhalfdrie‘snachts.Detreinvertrektomhalfelf‘savonds.Detreinkomtaanomhalftwaalf‘sochtends.

13 Pardon,hoelaatishet?Hetisvijfuur.Danku.Pardon,hoelaatishet?Hetishalfnegen.Dankje.

14 Hoelaatishet?Hetiskwartovervijf.Hoelaatishet?Hetiskwartvoorzes.Hoelaatishet?Hetiskwartoveréén.Hoelaatishet?Hetiskwartvoortwee.

15 Ikkoopeentreinkaartje.Wijhebbeneenbuskaartje.Uheefteentreinkaartjenodig.

16 Zijnkofferisrood.Hunkofferszijnzwart.Haarkofferisblauw.

17 Hetpaspoortligtindekoffer.Hetpaspoortligtnaastdetelefoon.Hetpaspoortligtopdekaart.Hetpaspoortligtnaasthetvliegticket.

18 Zijheefteenkoffer.Zijheefteenpaspoort.Zijheefteenvliegticket.

Page 11: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

6

1�3 Vervolg

19 tweeuurachttienminutenzevenenveertigsecondendrieuurnegenminutenzesenvijftigseconden

20 Ikhebtweekaartjesnodig.Dekaartjeskostenzestigeuro.Hoelaatvertrektdetrein?Detreinvertrektomhalftweevanmiddag.Detreinvertrektoverdertigminuten.

21 Hoelaatvertrektuwtrein?Mijntreinvertrektomachtuurzevenendertigvanochtend.

Hoelaatkomtjouwbusaan?Mijnbuskomtaanomkwartoverzevenvanavond.

Hoelaatvertrektuwvlucht?Mijnvluchtvertrektomkwartvooréénvanmiddag.

22 Hoelaatkomtdevluchtaan?Welkevlucht?DevluchtuitParijs.Hijkomtaanomdrieuurtweeënveertigvanmiddag.

Hoelaatishet?Hetistweeuurtweeënveertig.Devluchtkomtaanoveréénuur.

23 Wachtuopvluchttweeënvijftig?Ja,wanneerkomthijaan?Vluchttweeënvijftigkomtaanomtienuur.Wachtuoptreinvierenveertig?Nee,ikwachtoptreindrieëndertig.Hijkomtaanoméénuur.

24 Pardon,komtdetreinaanomkwartoverzeven?

Nee,detreiniséénuurvertraagd.Hijkomtaanomkwartoveracht.

Pardon,vertrektdevluchtomachtuurvijfenvijftig?

Nee,devluchtisdertigminutenvertraagd.Devluchtvertrektomnegenuurvijfentwintig.

25 Hoelaatishet?Hetisachtuurvijfentwintig.Isdetreinvertraagd?Nee,detreinisoptijd.Hijkomtaanomhalftien.

26 Heeftueenkoffer?Ja,ikhebeenkoffer.Isdevluchtoptijd?Ja,devluchtvertrektomkwartovervier.Danku.Alstublieft.

27 Hallo,heeftuuwvliegticket?Ja,ikhebmijnvliegticket.Danku.Heeftuuwpaspoort?Ja,ikhebmijnpaspoort.

28 Hetistwintigkilometernaarhetvliegveld.Hetistienkilometernaarhethotel.Hetisvijfkilometernaarhetbenzinestation.Hetiséénkilometernaarhetrestaurant.

29 Devrouwisinhaarkamer.Wijhebbenkamereenendertig.Ditisuwkamer.

30 Zijheeftstoeleenenzestig.Hijheeftkamertweeënzestig.Ditkostdrieënzestigeuro.Hijisvierenzestigjaaroud.

31 Jijhebtstoeldrieënzeventig.Uheeftkamervierenzeventig.Ditkostvijfenzeventigdollar.HetiszesenzeventigkilometernaarRome.

32 Uheeftstoelvijfentachtig.Uheeftkamerzesentachtig.Ditkostzevenentachtigdollar.Hijisachtentachtigjaaroud.

33 Dezecamerakostnegenennegentigdollar.Dezetelefoonkostdrieënnegentigeuro.Dezejaskostnegentigpond.Dezeschoenenkostenzesennegentigeuro.

Page 12: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

7

34 Hoeveelkostdezecamera?Decamerakostvijfenzeventigeuro.Hoeveelkostdezezonnebril?Dezonnebrilkosttachtigpond.Hoeveelkostdezeradio?Deradiokostvierenzestigdollar.

35 Isdevluchtoptijd?Nee,devluchtisvertraagd.Isdevluchtoptijd?Ja,devluchtisoptijd.

36 Hoelaatkomtjouwvluchtaan?Mijnvluchtkomtaanomzevenuurdrieëntwintig.

Hoelaatkomtuwtreinaan?Mijntreinkomtaanomzesuurvierenvijftig.

1�4 Hoofdles

01 Eenhondkanzwemmen.Eenhondkannietrijden.Eenkatkanrennen.Eenkatkannietlezen.

02 Hijkanzwemmen.Debabykannietzwemmen.Eenpaardkanlopen.Eenviskannietlopen.

03 Ditdierkanzwemmen.Ditdierkannietzwemmen.Dezemankanlopen.Dezemankannietlopen.

04 Hijkaninééndagzestigkilometerrijden.Hijkannietinééndagzestigkilometerlopen.

Zijkanintienminutenditboeklezen.Zijkannietintienminutenditboeklezen.

05 Kanikdezebusnemennaarhetmuseum?Ja,ukuntdezebusnemen.Eriseenbushaltevoorhetmuseum.

Kaniklopennaarhetrestaurant?Nee,ukuntnietlopen.Hetistienkilometernaarhetrestaurant.

06 KanikdezetreinnemennaarParijs?Nee,ukuntdezetreinnietnemen.HijgaatnietnaarParijs.

KanikdezetreinnemennaarBarcelona?Ja,ukuntdezetreinnemen.Hijvertrektomkwartvoorzeven‘savonds.

07 Hetmeisjeslaaptophetstrand.Demanendevrouwrenneninhetbos.Dejongenszwemmeninhetmeer.Demanlooptindebergen.

08 eenstrandbergeneenboseenmeer

09 Zijlopenophetstrand.Zijzittenindebergen.Zijlopeninhetbos.Zijliggenbijeenmeer.

Page 13: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

8

1�4 Vervolg

10 Hetregentinhetbos.Hetsneeuwtindebergen.Hetregentbijhetmeer.Hetsneeuwtindestad.

11 Hetiszonnigindebergenvandaag.Hetisbewolktinhetparkvandaag.Hetiszonnigophetstrandvandaag.Hetisbewolktbijhetmeervandaag.

12 Waaromisjouwkoffernat?Mijnkofferisnatomdathetregent.Waaromdraagjijeenzonnebril?Ikdraageenzonnebrilomdathetzonnigis.

13 Isvluchtvijfenvijftigoptijd?Nee,devluchtisvertraagd.Waaromisdevluchtvertraagd?Devluchtisvertraagdomdathetsneeuwt.

14 Regenthet?Ja,hetregent.Ishetzonnig?Ja,hetiszonnig.

15 Hetgaatregenenvandaag.Hetregent.Hetgaatsneeuwenvandaag.Hetsneeuwt.

16 Hetiskoudindebergenvandaag.Hetiskoudophetstrandvandaag.Hetiswarminhetbosvandaag.Hetiswarmindestadvandaag.

17 InEgypteishetwarmindezomer.InRuslandishetkoudindewinter.InNewYorkishetkoudindewinter.InRomeishetwarmindezomer.

18 Goedemorgen.Vandaagishetwarm.Morgenwordthetkoud.Woensdagwordthetbewolkt.Donderdagwordthetzonnig.

19 Kunnenwijbuiteneten?Nee,datkanniet.Waaromniet?Omdathetgaatregenen.

20 Vandaagzwemik.Morgengaikleren.

21 Vandaagzwemik.Morgengaikleren.Woensdaggaikvoetballen.Donderdaggaiktelevisiekijken.

22 Watdoejij?Ikkoopeenkaartje.Waaromkoopjijeenkaartje?Ikkoopeenkaartjeomdatikmorgennaareenconcertga.

23 Vandaagrijikinhetbos.Morgengaikmijnautowassen.

Vandaagkoopikeenparaplu.Morgengaathetregenen.

Vandaagwerkik.Morgengaikgolfen.Vandaagregenthetmaarmorgenwordthetzonnig.

Vandaagishetbewolktmaarmorgenwordthetwarm.

Vandaagsneeuwthetmaarmorgengaathetregenen.

24 Watvoorweerishet?Hetregent.Watvoorweerishet?Hetiszonnig.Watvoorweerishet?Hetsneeuwt.

25 Watvoorweerishet?Hetiskoudenhetsneeuwt.Watvoorweerishet?Hetiswarmenzonnig.

26 Gaathetmorgenregenen?Nee,hetwordtmorgenzonnig.Gaathetdezeweeksneeuwen?Nee,hetgaatdezeweeknietsneeuwen.

27 Hijgaatrennen.Zijgaatlezen.Zijgaaneten.

28 Ikgatennissen.Wijgaanzwemmen.Zijgaankussen.

Page 14: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

9

29 Gaanwijmorgennaarhetstrand?Nee,wijgaanmorgennietnaarhetstrand.Waaromniet?Vandaagishetbewolkt.Morgengaathetregenen.

Wijkunnenzaterdaggaan.

30 Wanneergaanwijlunchen?Wijgaanlunchennahetzwemmen.Wanneergaanwijvoetballen?Wijgaanvoetballennaheteten.

31 Wijgaaneten.Zijgaanvoetballen.Ikgalunchen.Ikgavoetballen.

1�5 Mijlpaal

01 Hoelaatishet?Hetisdrieuurtweeënveertig.

02 Welkerokvindjijmooi?Ikvinddezwarterokmooi.

03 Welkeschoenenvindjijmooi?Ikvinddezwarteschoenenmooi.

04 Hoelaatishet?Hetiskwartovervier.

05 Hallo.Hallo,ikhebeenkaartnodig.

06 Hallo.Hallo,ikhebeenkaartnodig.

07 Waargaatunaartoe?Ikganaarhetmuseum.

08 Danku.Alstublieft.

09 Linksafofrechtsaf?Linksaf.

10 Rechtdoorofrechtsaf?Rechtdoor.

11 Hebbenwijbenzinenodig?Nee,wijhebbengeenbenzinenodig.

12 Slaiklinksafofrechtsaf?Slarechtsaf.

13 Hoelaatishet?Hetisvijfuur.

14 HallomeneerDeWaal.Hallo.

Page 15: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

10

2�1 Hoofdles

01 Zijrent.Hijheeftgerend.Zijeet.Hijheeftgegeten.

02 Zijkoopteenboek.Zijheefteenboekgekocht.Hijvoetbalt.Hijheeftgevoetbald.

03 Ikverkoopkranten.Ikhebeenkrantverkocht.Ikleeseenboek.Ikhebvierboekengelezen.

04 Zijgaatkledingkopen.Zijkooptkleding.Zijheeftkledinggekocht.

05 Ikgachocolaeten.Ikeetchocola.Ikhebchocolagegeten.

06 Hijgaatzwemmen.Hijzwemt.Hijheeftgezwommen.Ikgazwemmen.Ikzwem.Ikhebgezwommen.

07 Zijgaatzwemmen.Zijzwemt.Zijheeftgezwommen.Ikgazwemmen.Ikzwem.Ikhebgezwommen.

08 Hebjijgezwommen?Nee,ikhebnietgezwommen.Ikhebgerend.Hebjijeenboekgekocht?Nee,ikhebgeenboekgekocht.Ikhebeenkrantgekocht.

09 Gajijditboeklezen?Ja,ikgahetlezen.Watdoejij?Ikleeseenboek.Hebjijditboekgelezen?Ja,ikhebhetgelezen.

10 Vandaagishetdinsdag.Ikbenopschool.Gisterenhebikinhetmeergezwommen.Morgengaikmijnomabezoeken.

11 Gisterenhebikvleesengroentegekocht.Vandaagkookik.Gisterenhebiktienkilometergerend.Vandaagzwemik.

12 Zijheeftgisterengetennist.Wijzijnvandaagophetstrand.Zijgaanmorgenhunopabezoeken.

13 Ikhebgistereneenkrantgekocht.Vandaagleesikdekrant.Ikhebgistereneenboekgekocht.Vandaagleesikhetboek.

14 Hijheeftvorigewoensdageentreinkaartjegekocht.

VandaagneemthijdetreinnaarParijs.Zijheeftvorigemaandagnieuweschoenengekocht.

Vandaagrentzij.

15 Ikhebvorigedonderdageenhuisgekocht.Vandaagkoopikeentafelenstoelen.Zijheeftvorigemaandaghaarautoverkocht.Vandaagneemtzijdebus.

16 Ikhebvorigevrijdageenhoedgekocht.Ikhebvorigedinsdageenkilometergezwommen.

Ikhebvorigeweektweeboekengelezen.

17 Hijgaatvolgendeweeknaarhetmeer.Wijgaanvolgendemaandonzevriendenbezoeken.

Wanneergajijnaardebergen?Ikgavolgendeweeknaardebergen.WanneergaanjullienaarBarcelona?WijgaanvolgendeweeknaarBarcelona.

18 Hebjijwortelsgegeten?Ja,ikhebwortelsgegeten.Hebjijgisterengevoetbald?Nee,ikgavolgendeweekvoetballen.

Page 16: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

11

19 Hebjijvorigeweekinditrestaurantgegeten?Nee,ikgavolgendeweekinditrestauranteten.

Gajijvolgendeweektennissen?Nee,ikhebvorigeweekgetennist.

20 Ikhebvorigedinsdaggegolft.Volgendedinsdaggaikmijnomabezoeken.Ikhebvorigemaandagmijnautoverkocht.Volgendemaandaggaikeennieuweautokopen.

21 Jijhebtdrieboekengelezen!Jijhebteenhondgekocht!Jijhebtzesbroodjesgegeten!

22 Jijhebtzeskilometergerend!Jijhebteenboekgeschreven!Jijhebtvandaagtweeauto’sverkocht!

23 eenwoordenboekeenwoordenboekeenwoordenboekeenschrijfblokeenschrijfblokeenbureau

24 postzegelspostzegelspostzegelseenenvelopeenenvelopeene-mail

25 postzegelseenenvelopeene-maileenbureaueenwoordenboekeenschrijfblok

26 Hetschrijfblokligtophetbureau.Depostzegelsliggenophetbureau.Deenvelopligtonderhetbureau.

27 Hebjijeenwoordenboek?Nee,maardeleraarheefteenwoordenboek.Heeftueenwoordenboek?Ja.Hetwoordenboekligtopmijnbureau.

28 Watdoejij?Ikschrijfeenbrief.Hebjijpostzegelsnodig?Nee,ikhebgisterenpostzegelsgekocht.Hebjijenveloppengekocht?Ja,ikhebvorigeweekenveloppengekocht.

29 Hetoudstemeisjeleesthetboekvoordejongeremeisjes.

Zijschrijfteenbriefaanhaarouders.Zijverkoopteenschrijfblokaandeman.Hijschrijfteene-mailaanzijnvriend.

30 Hijgeefteensieraadaanzijnvrouw.Hetmeisjegeefthetschrijfblokaanhaarvriend.

Hijgeeftbrievenaandevrouw.Ikgeefeenappelaanmijnlerares.

31 Zijschrijfteenbriefaanhaaropa.Zijheefteenbriefaanhaaropageschreven.Hijgeefteenboekaandeleerling.Hijheefteenboekaandeleerlinggegeven.Ikschrijfeene-mailaanmijnmoeder.Ikhebeene-mailaanmijnmoedergeschreven.

32 Deleraargeefteenwoordenboekaandeleerling.

Deleraarheefthetwoordenboekaandeleerlinggegeven.

Hijgeeftbloemenaanzijnvrouw.Hijheeftbloemenaanzijnvrouwgegeven.

33 Hebjijdefietsaanjouwzusgegeven?Nee,ikhebdefietsaanmijnbroergegeven.Hebjijdeappelaanjouwleraargegeven?Nee,ikhebdeappelnietaanmijnleraargegeven.

Hebjijvanochtenddekrantgelezen?Nee,ikhebdekrantaanmijnmangegeven.

34 Ikgeefeenbalaanmijnbroer.Ikhebeenpenaanmijnzusgegeven.Ikgeefeenbalaanmijnzus.Ikhebeenpenaanmijnbroergegeven.

Page 17: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

12

2�2 Hoofdles

01 natuurwetenschappennatuurwetenschappennatuurwetenschappenkunstkunstwiskunde

02 Ikgeefmuziek.Zijleertgeschiedenis.Hijgeeftwiskunde.

03 natuurwetenschappenkunstwiskundemuziekgeschiedenisNederlands

04 Welkvakhebbenjulliegisterengehad?Gisterenhebbenwijmuziekgehad.Welkvakhebbenjullievandaag?Vandaaghebbenwijwiskunde.Welkvakhebbenjulliemorgen?Morgenhebbenwijnatuurwetenschappen.

05 Welkevakkenhebjijgisterengehad?Gisterenhebikgeschiedenisenkunstgehad.Welkevakkenhebbenjulliegisterengehad?Gisterenhebbenwijnatuurwetenschappenenmuziekgehad.

06 Hijeet.Hijheeftgegeten.Zijeten.Zijhebbengegeten.

07 Zijrent.Zijheeftgerend.Zijrennen.Zijhebbengerend.

08 Wanneerhebbenjulliegetennist?Wijhebbenvanochtendgetennist.Hebbendekinderenvandaaggevoetbald?Nee,zijhebbengisterengevoetbald.

09 Wijhebbengegeten.Wijhebbeninhetparkgerend.Wijhebbengegolft.

10 Ikhebontbeten.Zijheeftontbeten.Wijhebbenontbeten.Zijhebbenontbeten.

11 Ikhebgerend.Jijhebtgerend.Hijheeftgerend.Zijheeftgerend.Wijhebbengerend.Julliehebbengerend.Zijhebbengerend.Zijhebbengerend.

12 Hoelaatbenjijnaarhetwerkgegaan?Ikbenomnegenuurnaarhetwerkgegaan.Hoelaatzijnjullienaarschoolgegaan?Wijzijnomachtuurnaarschoolgegaan.

13 Waargaatmamanaartoe?Zijgaatnaardesupermarkt.Waarismamageweest?Zijisnaardesupermarktgeweest.

14 Ikganaarhetstrand.Ikbennaarhetstrandgeweest.ZijgaannaarParijs.ZijzijnnaarParijsgeweest.Wijgaannaardebibliotheek.Wijzijnnaardebibliotheekgeweest.

15 Zijzijnnaardeapotheekgeweest.Hijisnaardesupermarktgeweest.Zijisnaardeboekwinkelgeweest.Zijzijnnaarhetstrandgeweest.

16 Waarbenjijvandaaggeweest?Ikbennaarhetparkgeweest.Waarzijnjullievorigeweekgeweest?Wijzijnnaardebergengeweest.

17 Donderdagbeniknaardebankgeweest.Vrijdagbeniknaardebibliotheekgeweest.Zaterdagzijnwijnaarhetmeergeweest.Vrijdagzijnwijnaardesupermarktgeweest.

Page 18: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

13

18 Deleraresheefteenwoordenboekaandejongengegeven.

Deleraarheefteenschrijfblokaanhemgegeven.

Dejongenheefteenappelaanzijnleraresgegeven.

Dejongenheefteentaartaanhaargegeven.

19 Dedoktergeeftmedicijnenaanhem.Dedokterheeftmedicijnenaanmijgegeven.Hijkoopteensieraadvoorhaar.Ikhebditsieraadvoorjougekocht.Zijkooptkoffievoorhen.Ikhebkoffievoorjulliegekocht.

20 Zijhebbenbrievenaanmijgeschreven.Zijheeftchocolavooronsgekocht.Onzeopaheefteenkataanonsgegeven.

21 Hijverkoopteenhoedaanhaar.Ikhebeene-mailaanhemgeschreven.Hijleesteenboekvoorhen.Zijheeftfruitvoorhengekocht.

22 DezecomputergeeftNederlandsaanu.Ikhebdesleutelsgisterenaanugegeven.Ikhebvandaagbloemenvoorjougekocht.Wijhebbenditvoorjulliegeschreven.Mijnvadergeeftdesleutelsaanmij.Onzeoudershebbenbrievenaanonsgeschreven.

23 Ditiséénwoord.Ditzijntweewoorden.Ditzijndriewoorden.Ditzijnvierwoorden.

24 Opditbordstaangeenwoorden.Opditbordstaatéénwoord.Ditbordisgroen.Ditbordisblauw.

25 Pardon,watbetekentditwoord?Hetbetekent‘apotheek’.Pardon,watbetekentditwoord?Hetbetekent‘bibliotheek’.Pardon,watbetekentditbord?Hetbetekent‘restaurant’.

26 Pardon.Watbetekentdit?Ditbetekent‘stadion’.Watiseenstadion?Ditiseenstadion.

27 Ikbegrijpditwoord.Ikbegrijpdezewoordenniet.Hijbegrijptdit.Zijbegrijptditniet.Zijbegrijptditboek.Zijbegrijpenditboekniet.

28 Ikbegrijpditbordniet.Watbetekenthet?Hetbetekent‘Hetvliegveldisrechts’.Ikbegrijpditbordniet.Watbetekenthet?Hetbetekent‘hotel’.Ikbegrijpditbordniet.Watbetekenthet?Hetbetekent‘strand’.

29 Watbetekentdit?Hetbetekent‘benzinestation’.Watbetekentdit?Hetbetekent‘toilet’.

30 Pardon,hoelaatishet?Ikbegrijpuniet.Kuntudatherhalen,alstublieft?

Hoelaatishet?Hetiskwartoverdrie.Ikbegrijpuniet.Kuntudatherhalen,alstublieft?

Hetiskwartoverdrie.

31 Pardon.Ja?Watbetekentditbord?Hetbetekent‘bibliotheek’.Ikbegrijpuniet.Kuntudatherhalen,alstublieft?

Ja,hetbetekent‘bibliotheek’.Danku.Alstublieft.

Page 19: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

14

2�2 Vervolg

32 Pardon,waarisdebank?Debankisnaastdebibliotheek.Ikbegrijpuniet.Kuntudatherhalen,alstublieft?

Ja,debankisnaastdebibliotheek.Danku.Alstublieft.

33 Pardon,watbetekentditbord?Hetbetekent‘apotheek’.Ikbegrijpuniet.Kuntudatherhalen,alstublieft?

Ja,hetbetekent‘apotheek’.Danku.Alstublieft.

2�3 Hoofdles

01 ZijisinChina.ZijisinChinageweest.IkbeninEgypte.IkbeninEgyptegeweest.

02 WijzijninParijs.WijzijninParijsgeweest.Zijzijnophetstrand.Zijzijnophetstrandgeweest.

03 Ikwasleerling.Nubeniklerares.Hijwaseenkind.Nuishijvader.

04 Wijwarenjong.Nuzijnwijoud.Ikwaseenkind.Nubenikeenvolwassene.

05 Jijwaseenbaby.Nubenjijeenjongen.Julliewarenjong.Nuzijnjullieoud.

06 Zijnhandenzijnvies.Zijnhandenwarenvies.Hetfruitisgroen.Hetfruitwasgroen.

07 Desokkenzijnwit.Desokkenwarenwit.Haarhaarisblond.Haarhaarwasblond.

08 Wijwoondenvroegerineenappartement.Nuwonenwijineenhuis.Ikhadvroegereenfiets.Nuhebikeenauto.Zijschreefvroegerbrieven.Nuschrijftzije-mails.

09 Woondeuvroegermetuwvrienden?Ja,maarnuwoonikmetmijnvrouw.Haduvroegereenhond?Ja,maarnuhebbenwijeenkat.

Page 20: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

15

10 Zijwerktevroegerbijeenbakker.Nuwerktzijineenrestaurant.HijdroegvroegerT-shirts.Nudraagthijpakken.Zijvoetbaldenvroeger.Nugolfenzij.

11 Gingjijvroegernaardebergen?Ja,maarnugaanwijnaarhetpark.Tennistejijvroeger?Ja,maarnuzwemik.Gafuvroegerkunst?Nee,ikgafgeenkunst.Ikgafmuziek.

12 IkhebinRomegewoond.IkwaseenkindtoenikinRomewoonde.JulliehebbeninParijsgewoond.JulliehaddeneenfietstoenjullieinParijswoonden.

Wijhebbenopdebusgewacht.Hetregendetoenwijopdebuswachtten.

13 GafuNederlandstoenuinChinawas?Ja,ikgafNederlands.Voetbaldejijtoenjijeenkindwas?Ja,ikvoetbalde.Lasjijditboekmetjouwmoedertoenjijeenkindwas?

Ja,ennuleesikhetmetmijndochter.

14 eenuniversiteiteenuniversiteiteenuniversiteiteenmiddelbareschooleenmiddelbareschooleenbasisschool

15 Toenzijopdebasisschoolzat,hadzijhetvakkunst.

Toenzijopdemiddelbareschoolzat,hadzijhetvaknatuurwetenschappen.

Nustudeertzijwiskundeaandeuniversiteit.

16 Wijzatenopdezelfdebasisschool.Nustuderenwijaandezelfdeuniversiteit.Zijzatenopdezelfdemiddelbareschool.Nustuderenzijaandezelfdeuniversiteit.

17 Zittenuwkinderenopdebasisschool?Nee,mijndochterstudeertaandeuniversiteit.Mijnzoonzitopdemiddelbareschool.

Watstudeertuwdochter?Zijstudeertkunst.Welkvakvindtuwzoonleuk?Hijvindtnatuurwetenschappenleuk.

18 Dezeleerlingzitopdebasisschool.Zijvindtnatuurwetenschappenleuk.

Dezeleerlingzitopdemiddelbareschool.Hijvindtgeschiedenisleuk.

Dezestudentstudeertaandeuniversiteit.Hijvindtmuziekleuk.

19 eenkantooreenkantooreenkantooreenfabriekeenfabriekeenwinkel

20 Hijismanagerineenwinkel.Zijiswerknemerineenwinkel.Ikbenmanageropeenkantoor.Zijzijnwerknemersopeenkantoor.

21 Dezemanagerwerktopditkantoor.Dezemanagerwerktindezefabriek.Dezemanagerwerktindezewinkel.

22 eenkantooreenmanagereenfabriekeenwerknemereenwinkel

23 Ikbenwerknemeropeenkantoor.Ikbenleerlingopeenbasisschool.Ikbenmanagerineenfabriek.Ikbenstudentaaneenuniversiteit.

24 Watdoetu?Ikbenmanageropeenkantoor.Watdoetu?Ikbenmanagervaneenrestaurant.Watdoetu?Ikbenleraar.

Page 21: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

16

2�3 Vervolg

25 Waarwerktu?Ikwerktevroegerineenwinkel.Nuwerkikopeenbasisschool.

Watdoetu?Ikbenleraresmuziek.

26 Waarwerktu?Ikwerktevroegeropeenkantoor.Nuwerkikopeenmiddelbareschool.

Watdoetu?Ikbenleraresgeschiedenis.

27 Julliezatenopdemiddelbareschool.Nustuderenjullieaandeuniversiteit.Uwaswerknemer.Nubentumanager.

28 Zijwasvroegerlerares.Nuiszijmanager.Hijwasvroegerleerlingopdemiddelbareschool.

Nuishijstudentaandeuniversiteit.

29 Benjijstudent?Ja,ikbenstudentaandeuniversiteit.Watstudeerjij?Ikstudeernatuurwetenschappen.

30 Mijnvadervondnatuurwetenschappenleuk.HijwasdokterinItalië.

KomtuuitItalië?Nee,ikkomuitFrankrijkmaarmijnfamiliewoondevroegerinItalië.

31 Watdoetu?Ikwerknunietmaarikwasvroegerleraar.Welkvakgafu?ToenikinBraziliëwas,gafikEngels.ToenikinEgyptewas,gafikgeschiedenis.

2�4 Hoofdles

01 ToenikinRuslandwas,hebikdezehoedgekocht.

ToenikinFrankrijkwas,hebikdezechocolagegeten.

ToenikinChinawas,beniknaarditconcertgeweest.

02 Toenwijophetstrandwaren,washetbewolkt.

Toenwijophetstrandwaren,washetzonnig.Toenikeenmeisjewas,voetbaldeik.Toenikeenjongenwas,tennisteik.

03 Toenikkoffiedronk,hebikdezebriefgeschreven.

Toenwijinhetparkwaren,heeftzijmijgekust.

Toenhijbijdebouwmarktwas,heefthijeenladdergekocht.

Toenhijsliep,ishetvliegtuigvertrokken.

04 Toenikeenjongenwas,tennisteik.Toenikeenjongenwas,voetbaldeik.Toenikeenmeisjewas,tennisteik.Toenikeenmeisjewas,voetbaldeik.

05 Toenikophettreinstationwas,hebiknaarderadiogeluisterd.

Toenikophettreinstationwas,hebikeenbroodjegegeten.

Toenikophetvliegveldwas,hebikeenkrantgelezen.

Toenikophetvliegveldwas,hebikeenbroodjegegeten.

06 Ikwerktevroegerineenziekenhuis.Nuwerkikaaneenuniversiteit.

Ikhadvroegereenfiets.Nuhebikeenauto.Ikhadvroegereenhond.Nuhebikeenkat.

07 Ikhebappelsgekochttoenikbijdesupermarktwas.

Ikhebeenwoordenboekgekochttoenikbijdeboekwinkelwas.

Zijheeftmedicijnengekochttoenzijbijdeapotheekwas.

Page 22: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

17

08 WijhebbenditgegetentoenwijinPekingwaren.

ZijhebbenditgekochttoenzijinParijswaren.

Zijheefteenbriefgeschreventoenzijindetreinzat.

09 Ikhebdezevoorjougekochttoenjijeenbabywas.

MijndochterheeftdezebrievenaanmijgeschreventoenzijinNederlandstudeerde.

Mijnmoederheeftditboekvoormijgekochttoenikeenkindwas.

10 Wanneerhebjijdewortelsgekocht?Ikhebdewortelsgekochttoenikbijdesupermarktwas.

Wanneerhebjijdeappelsgekocht?Ikhebdeappelsgekochttoenikbijdesupermarktwas.

11 Heeftjouwmandezehoedaanjougegeven?Nee,ikhebhemgekocht.Wanneerhebjijhemgekocht?IkhebhemgekochttoenikindeVerenigdeStatenwas.

12 Hebjijditgeschreven?Ja,ikhebditgeschreven.Wanneerhebjijditgeschreven?IkhebditgeschreventoenikinRuslandwerkte.

13 Wieisdit?Ditismijnman.WanneerzijnjullienaarChinageweest?WijzijnnaarChinageweesttoenwijstudentwaren.

14 Mijnomaheeftdezehoedaanmijgegeventoeniktienjaaroudwas.

Vindjijhemmooi?Ja,ikvindhemmooi.Ikgeefhemnuaanjou.Danku.Alsjeblieft.

15 Wiltukoffie?Ja,ikwilgraagkoffie.Wiltuwater?Ja,ikwilgraagwater.

16 Wiltueenpen?Ja,graag.Wiltutennissen?Nee,ikwilgraaggolfen.

17 Wiltukoffie?Nee,danku.Wiltuchocola?Ja,graag.Wiltutaart?Ja,graag.

18 Wiltuthee?Ja,graag.Wiltukoffie?Ja,graag.

19 Linksofrechts?Appelofsinaasappel?Zwartofrood?

20 Wiltuwaterofsap?Wiljijtaartofchocola?Wiltuhetboekofdekrant?Wiltukoffieofthee?

21 Wiltutennissenofgolfen?Ikwilgraaggolfen.Wiltunaardebergenofnaarhetstrand?Ikwilgraagnaarhetstrand.

22 Wiltuchocolaoffruit?Ikwilgraagfruit.Wiltukoffieofthee?Ikwilgraagkoffie.

23 Wiltumelkofsinaasappelsap?Ikbegrijpuniet.Kuntudatherhalen,alstublieft?

Wiltumelkofsinaasappelsap?Watis‘sinaasappelsap’?Ikwilgraagsinaasappelsap.Danku.

24 Wiltumetcontantgeldofmeteencreditcardbetalen?

Ikbegrijpuniet.Kuntudatherhalen,alstublieft?

Wiltumetcontantgeldofmeteencreditcardbetalen?

Ikwilgraagmeteencreditcardbetalen.

Page 23: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

18

2�4 Vervolg

25 Hoeheetu?Ikbegrijpuniet.Kuntudatherhalen,alstublieft?

Hoeheetu?IkheetRobert.Hoeveelkostendezeschoenen?Ikbegrijpuniet.Kuntudatherhalen,alstublieft?

Hoeveelkostendezeschoenen?Zijkostendertigdollar.

26 HebjijNederlandsgeleerd?Ja,ikhebNederlandsgeleerd.Watbetekentditwoord?Datwoordbetekent‘postkantoor’.

27 Hebjijkunstgestudeerdaandeuniversiteit?Ja,ikhebkunstgestudeerdaaneenuniversiteitinNederland.

SpreekjijNederlands?Ja,ikspreekNederlands.

2�5 Mijlpaal

01 Pardon,hoelaatishet?Hetiselfuur.

02 Kuntudatherhalen,alstublieft?Hetiselfuur.

03 Danku.Alstublieft.

04 Isdituwhoed?Ja,ditismijnhoed.

05 Danku.Alstublieft.

06 Bentunaarhetstrandgeweest?Ja,wijzijnnaarhetstrandgeweest.

07 WaaromgaatunaarNederland?Ikgastuderen.

08 Welkvakgafu?ToenikindeVerenigdeStatenwas,gafikmuziek.ToenikinAustraliëwas,gafikwiskunde.

09 Welkvakgafu?Ikgafwiskunde.

10 Wiltuchocola?Ja,ikwilgraagchocola.

11 SpreektuNederlands?Ja,ikspreekNederlands.

12 Bentustudent?Ja,ikbenstudent.

13 Watgaatustuderen?Ikganatuurwetenschappenstuderen.

Page 24: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

19

3�1 Hoofdles

01 Dekinderenzingen.Devolwassenendansen.Demanzingt.Hetmeisjedanst.

02 Devrouwendansen.Devrouwenzingen.Dejongenszingen.Dejongensdansen.

03 Zijleestiets.Hijdrinktiets.Zijkooktiets.Hijgeeftietsaanhaar.

04 Zijwilietseten.Dehondwilietsdrinken.Hijwilietslezen.

05 Hijmagnietlinksafslaan.Dehondmagnietindetrein.Deleerlingenmogenspelen.Zijmogenlinksafslaan,rechtsafslaanofrechtdoorgaan.

06 Zijmogennunietlopen.Zijmogennulopen.Zijmaginditmeerzwemmen.Zijmagnietinditmeerzwemmen.

07 Zingnu,alstublieft.Slahierlinksaf,alstublieft.Gazitten,alstublieft.

08 Drinkdit,alstublieft.Schrijfhierhoeuheet,alstublieft.Leesietsvoorons,alstublieft.

09 Ikzeteenbordindegootsteen.Hetbordstaatindegootsteen.Zijleggenhanddoekenopdestoel.Dehanddoekenliggenopdestoel.Destudentlegthaarschrijfblokophetbureau.

Hetschrijfblokligtophetbureau.Zijzetdekomopdetafel.Dekomstaatopdetafel.

10 Waarliggendesleutels?Ikhebzeopdetafelgelegd.Waarligthetboek?Ikhebhetopdestoelgelegd.

11 Dehondbrengteenkrantnaardeman.Demeisjesbrengenhetontbijtnaarhunouders.

Zijbrengthanddoekennaarhem.Ikbrengkoffienaarjou.

12 Ikneemvissenvandewinkelmeenaarhuis.Zijneemteenbalmeenaarhetpark.Wijnemenboekenvandebibliotheekmeenaarhuis.

Zijnemenwatermeenaarhetpark.

13 Leguwjasophetbed,alstublieft.Brengachtbordenuitdekeuken,alstublieft.Legdeboekenopdebureaus,alsjeblieft.Brengeenladder,alsjeblieft.

14 Geeftuhemeenpen,alstublieft?Zijgeefthemeenpen.Geeftumijeenparaplu,alstublieft?Hijgeefthaareenparaplu.

15 Deoudersgevenhunzooneenfiets.Devrouwgeefthaarvriendinbloemen.Demangeeftzijnvrouweensieraad.Hijgeeftspeelgoedaankinderen.

16 Hijwilgraagspeelgoed.Geefjijhemeenauto,alsjeblieft?

Zijgeefthemeenauto.Ikwilgraageenfiets.Geefjijmijeenfiets,alsjeblieft?

Hijgeefthemeenfiets.

17 Wiltuhaarietstedrinkengeven,alstublieft?Zijgeefthaarietstedrinken.Wiltuhemhethorlogegeven,alstublieft?Zijgeefthemhethorloge.

18 Dekinderenopditfeestdoeneenspel.Demensenopditfeestdansen.Demensenopditfeestzingen.Zijneemteentaartmeenaarhetfeest.

Page 25: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

20

3�1 Vervolg

19 Hetfeestisafgelopen.Hetwerkisafgelopen.Delentebegint.Hetconcertbegint.

20 Dewedstrijdbegint.Dewedstrijdisafgelopen.Hettoneelstukbegint.Hettoneelstukisafgelopen.

21 Defilmbegint.Defilmisafgelopen.Dewedstrijdbegint.Dewedstrijdisafgelopen.

22 Zijverlatenhetfeest.Zijkomtaanbijdewedstrijd.Hijverlaathetkantoor.Zijkomenaanbijhetconcert.

23 Zijkomenaanbijhetziekenhuis.Zijverlatenhetziekenhuis.Hijkomtaanophetvliegveld.Hijverlaathetvliegveld.

24 Hijgaatnaarhetpostkantoor.Zijkomenvanhetstrand.Zijgaatnaarhetfeest.Zijkomenvandeboekwinkel.

25 Komjijnaarhetwerkvandaag?Nee,ikkomnietnaarhetwerkvandaag.Komjijnaarmijnfeestvanavond?Ja,ikkomnaarjouwfeestvanavond.

26 MagSuzannevrijdagnaarmijnfeestkomen?Ja,zijmagvrijdagnaarjouwfeest.Wanneerbeginthet?Hetbegintomachtuur‘savonds.Wanneerishetafgelopen?Hetisomhalftwaalfafgelopen.

27 Magikietstedrinken?Ja,wiltueenkopjethee?Magikietsteeten?Ja,wiljijtaart?

28 Eenweekheeftzevendagen.Dezemaandheeftdertigdagen.Eenjaarheefttwaalfmaanden.

29 Hetjaarbegintinjanuari.HetregentinfebruariinBrazilië.InJapanbegintdelenteinmaart.Aprilisdevierdemaandvanhetjaar.

30 InPekingishetzonniginmei.DewinterbegintinjuniinAustralië.IndeVerenigdeStatenkokengezinnenbuiteninjuli.

Deachtstemaandvanhetjaarisaugustus.

31 InFrankrijkbegintdeschoolinseptember.Oktoberisdetiendemaandvanhetjaar.InRuslandishetkoudinnovember.InItaliëisdecembereenkoudemaand.

32 januarifebruarimaartaprilmeijuni

33 juliaugustusseptemberoktobernovemberdecember

34 januarifebruarimaartaprilmeijunijuliaugustusseptemberoktobernovemberdecember

35 Wanneergaanjullienaarhetstrand?Wijgaaninfebruari.Wanneergaanjullienaardebergen?Wijgaaninaugustus.

Page 26: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

21

3�2 Hoofdles

01 Dejongenhelpthetmeisjeindebibliotheek.Dejongenshelpendeoudeman.Hetmeisjehelpthaarvader.

02 Dezelerareshelptdeleerlingen.Dezeleraarhelptdeleerlingenniet.Dezehondhelptdeman.Dezehondhelptdemanniet.

03 Demanontmoetzijnvriendenophetstrand.Devrouwontmoethaarvaderinhetrestaurant.

Devrouwontmoethaarmaninhetpark.

04 Devrouwontmoethaarmanagerinzijnkantoor.

Hijontmoetdemanindefabriek.Demanagerontmoetdewerknemersinhetrestaurant.

05 Zijbeltdepolitie.Zijbeltdedokter.Hijbeltzijnvrouw.Zijbelthaarmoeder.

06 Devrouwpraatmetdemanindeauto.Demanagerpraatmetdewerknemerinhetkantoor.

Delerarespraatmetdeleerling.Demanpraatmethetpaard.

07 Devrouwontmoethaarvriendininhetrestaurant.

Zijhelpenhunopa.Zijpraatmethaarzus.Dejongenbeltzijnmoeder.

08 Zijontmoetenhunvriendenbijhetmuseum.Depolitieagenthelptdevrouw.Demanbeltzijnmanager.Demanagerontmoethaarwerknemeropkantoor.

Hetmeisjepraatmethaarvriendin.Hetmeisjeontmoethaarvriendininhetpark.

09 Wiebeljij?Ikbeldedokter.Metwiepraatjij?Ikpraatmetdedokter.

10 Wiebeljij?Ikbelmijnvrouw.Metwiepraatjij?Ikpraatmetmijnvrouw.

11 Hijisvroegvoorhetfeest.Zijzijnoptijdvoorhetfeest.Zijislaatvoorhetfeest.

12 Demanislaat.Zijnvrouwislaat.Dekinderenzijnlaat.

13 Hijisvroegvoorhetfeest.Zijislaatvoorschool.Wijzijnvroegvoorheteten.Hijislaatvoorzijnvlucht.

14 Zijisvroegvoorhetwerk.Hijislaatvoordefilm.Wijzijnoptijdvoorhetconcert.

15 Dezetelevisiekosthonderdtwintigeuro.Dezecamerakosttweehonderdvijfpond.Dezegroentekostdriehonderdzevenyen.Dezeschoenenkostenvierhonderdtwintigyen.

16 Dezezeepkostvijfhonderdyen.Dezesokkenkostenzeshonderdyen.Dezedekenkostzevenhonderdyen.Ditvleeskostachthonderdyen.

17 Ditbedkostzevenduizendvierhonderdyen.Ditpakkostdrieduizendnegenhonderdyen.Dezebrilkostduizendzevenhonderdyen.Dezespijkerbroekkosttweeduizenddriehonderdyen.

18 Dezeautokostzesduizendzevenhonderddollar.

Dezefietskostvijfduizendyen.Ditsieraadkostduizendtweehonderdeuro.Dezejurkkostachtduizendnegenhonderdyen.

19 hetjaartweeduizendvijfhetgetaltweeduizendvijfhetjaarachttiennegentighetgetalduizendachthonderdnegentighetjaarnegentieneenendertighetgetalduizendnegenhonderdeenendertig

Page 27: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

22

3�2 Vervolg

20 eenadreseenadreseenadreseentelefoonnummereentelefoonnummereendatum

21 eene-mailadreseene-mailadreseene-mailadreseendatumeendatumeentelefoonnummer

22 Ditiseenadres.Ditiseentelefoonnummer.Ditiseene-mailadres.Ditiseendatum.

23 Beljijdedokter,alsjeblieft?Komjijietsmetmijdrinken,alsjeblieft?Wiljijmijhelpen,alsjeblieft?Zetjijdekomopdetafel,alsjeblieft?

24 Dans,alsjeblieft!Wacht,alsjeblieft.Leesjijhetboek,alsjeblieft?Wassenjulliejehanden,alsjeblieft?

25 Gazitten,alsjeblieft.Slahierlinksaf,alsjeblieft.Kijkenjullienaarmij,alsjeblieft?Beljijmij,alsjeblieft?

26 Slahierrechtsaf,alsjeblieft.Luisternaarmij,alsjeblieft.Zethetglasindegootsteen,alsjeblieft.

27 Helpmij,alsjeblieft.Wasjouwhanden,alsjeblieft.Ganuzwemmen!Loopnunaardebus.

28 Wiljijjouwzushelpen,alsjeblieft?Wiljijmijhelpen,alsjeblieft?

29 WaarligtBarcelona?DaarligtBarcelona.Waarishetmuseum?Ikweethetniet.Waarisjouwsok?Ikweethetniet.

30 Hijweethaartelefoonnummer.Zijweetzijntelefoonnummerniet.Zijweethoehijheet.

31 Ikwildedokterbellen.Weetjijzijntelefoonnummer?

Nee,ikweetzijntelefoonnummerniet.Ikwilnaarhetmuseum.Weetjijhetadres?Ja,hetadresisHoofdstraatvierendertig.

32 Komjijnaarmijnfeest?Ja,ikkom,maarikkomlaat.Weetjijhetadres?Ja,ikweethetadres.

33 Hetisvierentwintigdecember.Hetisvijfentwintigdecember.Hetiseenendertigdecember.Hetiséénjanuari.

34 Hetisveertienjuli.Hetiséénmei.Hetisdonderdagtweeëntwintigapril.Hetisvrijdagvijfmei.

35 Ishetvandaagvijfjuni?Ja,vandaagishetvijfjuni.Ishetvandaagtwintigmaart?Ja,vandaagishettwintigmaart.

36 Welkedatumishetvandaag?Hetisnegentienjunitweeduizendelf.Welkedatumishetvandaag?Hetistwaalfjanuaritweeduizendvijf.

37 Ikbenzevenjunijarig.Deeersteschooldagisvijfseptember.Wijgaandertienfebruarinaardebergen.IndeVerenigdeStatendragenmensenzeventienmaartgroen.

Page 28: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

23

3�3 Hoofdles

01 Dekinderendoeneenspelopdeverjaardag.Vandaagishijjarig.Hijisnuvijftigjaaroud.Wijzijndezelfdedagjarig.Dezetaartisvoorhaarvijftiendeverjaardag.

02 Zijdansenophetstrandfeest.Zijetentaartopeenverjaardag.Zijgaannaareenverkleedfeest.

03 Watvoorsoortfeestishet?Hetiseenverjaardag.Watvoorsoortfeestisdit?Ditiseenverkleedfeest.Watvoorsoortfeestwashet?Hetwaseenstrandfeest.

04 Appelszijneensoortfruit.Sinaasappelszijneensoortfruit.Rokkenzijneensoortkleding.Broekenzijneensoortkleding.

05 eendesserteendesserteendesserteensaladeeensaladesoep

06 Hijheefteendessertgegetenmaargeensalade.

Zijeetchocolaalsdessert.Zijeetsoepeneenbroodjealslunch.

07 Delunchisnietafgelopen.Wijetennueendessert.

Zijeeteensaladealslunch.Dezelunchbegintmetsoep.

08 eendesserteensaladesoep

09 Hijmaakteendessert.Zijmaakteensalade.Hijmaakteenbroodje.Zijmaaktsoep.

10 Ikmaakhetontbijt.Wijmakeneensalade.Zijmakendelunch.

11 Zijmaakteendessert.Zijeeteendessert.Hijmaakteensalade.Hijeeteensalade.Zijmakensoep.Zijetensoep.

12 Umoetmetcontantgeldbetalen.Jijmoeteenjasdragen.Jijmoetgroenteeten.

13 Umoeteenpaspoorthebbenomhetvliegtuigtenemen.

Jijmagnietrennenopschool.Jijmoetlopen.Jijmoetvoorhetdessertjouwsaladeeten.

14 Ubenthier.Uwhotelisdaar.Ikbenhier.Mijnmobieletelefoonisdaar.Devrouwishier.Haarbrilisdaar.

15 Zetudetelevisiehier,alstublieft?Zetudetafeldaar,alstublieft?Desaladeishier.Dedessertszijndaar.

16 Dedessertszijnhier.Desaladeszijndaar.Desoepishier.Dekoffieisdaar.

17 Dehondmaghiernietlopen.Jemaghiernietrijden.Jemaghiergeenschoenendragen.

18 Umaghiernietrechtdoor.Umoetafslaan.Umaghiernieteten.Umoetnaarbuiten.Umaghiernietbellen.Umoetnaarbuiten.Umaghiernietlinksafslaan.Umoetrechtsafslaan.

19 Ditisdekamervandedokter.Ditisdeautovandepolitieagent.Ditishetbureauvandeleerling.

Page 29: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

24

3�3 Vervolg

20 DitisJoris.DitisdeautovanJoris.DitisLaura.DitishethuisvanLauraenJoris.DitismeneerSmits.DitisdewoonkamervanmeneerSmits.

21 MetErikSmits.Hallo,uspreektmetJorisWegman.HalloJoris,hoegaathetmetjou?Goed,danku.

22 MetJorisWegman.Hallo,jespreektmetErikSmits.KanikLauraspreken,alsjeblieft?Ja,hierkomtzij.

23 Hallo,jespreektmetStefandeGroot.HalloStefan.KanikJorisspreken,alsjeblieft?Nee,hijiserniet.

24 Wathebjijmeegenomen?Ikhebeendessertmeegenomen.Wathebjijmeegenomen?Ikhebeensalademeegenomen.

25 Wiltuditdessertofdatdessert?Ikwildatdessert.Wiltuditdessertofdatdessert?Ikwilditdessert.

26 Ikhebditmeegenomen.Zijheeftdatmeegenomen.Ikhebindezeautogereden.Zijheeftindieautogereden.

27 Ikwildezejurk.Ikwildatoverhemd.Ikwildezespijkerbroek.Ikwildieschoenen.

28 Dezeschoenenzijnvanmij.Dieschoenenzijnvanmijnvrouw.Dezefietsisvanmij.Diefietsisvanmijnzus.

29 Dezejurkenzijnduur.Diejurkenzijngoedkoop.Dithorlogeisoud.Dathorlogeisnieuw.Dezeauto’szijnwit.Dieauto’szijnrood.

30 Deautoishier.Debalisdaar.Debalishier.Deautoisdaar.Dezebalisrood.Diebalisgeel.Dezebalisgeel.Diebalisrood.

31 Ikhebeenpennodig.Hieriseenpen.Waarismijnbril?Hierisjouwbril.

32 Hierisuwsoep.Hierzijnjouwschoenen.Hierisjouwjas.

33 MetLauraWegman.HalloLaura,jespreektmetJennifer.HalloJennifer.Hoegaathetmetjou?Goed,dankje.Hoegaathetmetjou?Goed,dankje.

34 Wiljijnaarmijnverjaardagkomendonderdag?

Ja,ikkomgraag.Kanikietsmeenemen?Jagraag,eensalade.

35 Kunjijhieromachtuurzijn?Ja,ikkaneromachtuurzijn.Dankje.Totziens.Totziens.

Page 30: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

25

3�4 Hoofdles

01 eenzangereseenzangereseenzangereseendansereseendansereseenmuzikant

02 Demuzikantenspelenophetconcert.Demuzikantenspeleninhetrestaurant.Demuzikantspeeltpiano.

03 Dedansersdansenopstraat.Dezangereszingtinhetrestaurant.Demuzikantespeeltpiano.

04 Deschoenenvandedansereszijnzwart.Deschoenenvandedansereszijnrood.Depianovandemuzikanteiszwart.Depianovandemuzikantiswit.

05 Demuziekisgoed.Demuziekisslecht.Dittoneelstukisgoed.Dittoneelstukisslecht.

06 Ditboekisgoed.Ditboekisslecht.Dezefilmisgoed.Dezefilmisslecht.

07 Vorigeweekwashetslechtweerophetstrand.

Gisterenwashetgoedweerophetstrand.Gisteravondwashetconcertslecht.Vorigevrijdagwashetconcertgoed.

08 Ditrestaurantisgoed.Ditrestaurantisbeter.Ditrestaurantishetbest.

09 Dithotelisgoed.Dithotelisbeter.Dithotelishetbest.

10 Hierishetweerslecht.Hierishetweerslechter.Hierishetweerhetslechtst.

11 Maartwaseenslechtemaandvoordefabriek.Aprilwaseenslechteremaandvoordefabriek.

Meiwasdeslechtstemaandvoordefabriek.

12 Hijzwemtgoed.Hijzwemtslecht.Zijrijdtgoed.Zijrijdtslecht.

13 Zijdansengoed.Hijdanstslecht.Hijspeeltgoed.Zijspeeltslecht.

14 Hijkooktgoed.Zijkooktslecht.Zijzingtgoed.Hijzingtslecht.

15 Ikzinggoed.Zijzingtbeter.Hijzingthetbest.

16 Zijspeeldenmaandagslecht.Zijspeeldendinsdagslechter.Zijspeeldenwoensdaghetslechtst.

17 Watdoetjouwzus?Zijisdanseres.Danstzijgoed?Ja,zijdanstgoed.

18 Zijisbezig.Ikbenvrij.Hijisbezig.Zijisvrij.

19 Benjijvanmiddagomtweeuurvrij?Nee,ikbenvanmiddagnietvrij.Bentuwoensdagavondvrij?Ja,ikbenwoensdagavondvrij.

20 Komjijvanmiddagnaarhetconcert?Ja,ikkom.Ikbenvanmiddagvrij.Kunjijnunaarkantoorkomen?Nee,ikkannunietkomen.Ikbenbezig.

Page 31: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

26

3�4 Vervolg

21 Kunjijhemhelpen?Nee,ikbenbezig.Kunjijhaarhelpen?Ja,ikbennietbezig.

22 Komjijkoffiedrinken?Nee,ikbenbezig.Komjijnaardewedstrijdkijken?Nee,ikbenbezig.

23 Hetspijtme.Geeftniet.Hetspijtme.Geeftniet.

24 Hetspijtme.Ikhebophetbureaugeschreven.

Hetspijtme.Ikhebinjouwautogereden.Hetspijtme.Ikhebinhetboekgeschreven.

25 Wieheeftvanmijnchocolagegeten?Hetspijtme.Ikhebvanuwchocolagegeten.Geeftniet.Wieheeftvanmijnsapgedronken?Hetspijtme.Ikhebvanuwsapgedronken.Geeftniet.

26 Komjijvanavondnaarmijnfeest?Ja,ikkom.Ikbenvanavondvrij.Komjijdonderdagnaardewedstrijd?Ja,ikkom.Ikbendonderdagvrij.Kuntumijvanmiddagomtweeuurontmoeten?

Ja,omtweeuurbenikvrij.

27 Kunjijomachtuurnaarhetconcertkomen?Nee,hetspijtme,ikkannietkomen.Ikbenbezigvanavond.

Kunnenjullievrijdagbijonskomeneten?Nee,hetspijtme,wijkunnennietkomen.Wijzijnbezigvrijdag.

28 Wiljijvanmiddagmetmijvoetballen?Nee,hetspijtme,ikbenbezig.Ikmoetwerken.

Weetjijwatditbetekent?Nee,hetspijtme.Ikweetnietwatdatbetekent.

29 Wiljijvrijdagnaarmijnverjaardagkomen?Hetspijtme.Ikwilgraagnaarjouwverjaardagkomenmaarikbenbezigvrijdag.

Benjijzaterdagvrij?Ja,ikbenzaterdagvrij.Wiljijzaterdagmetmijnaarhetpark?Ja,graag!

30 MetMerel.Hallo,jespreektmetmevrouwDeGraaf.Kanikjouwvaderspreken?

Hetspijtme.Hijiserniet.Kanikjouwmoederspreken?Ja,hierkomtzij.

31 MetJolanda.HoiJolanda,jespreektmetRyan.Zijnjulliezaterdagvrij?Ja,wijzijnzaterdagvrij.Willenjulliemetonsnaardewedstrijd?Ja,graag!

Page 32: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

27

3�5 Mijlpaal

01 Hoi.Hoi.

02 Hoeheetjij?IkheetElena.

03 Leukomjeteontmoeten.Leukomjeteontmoeten.

04 Benjijvrijdagvrij?Ja,ikbenvrijdagvrij.

05 Wiljijnaarmijnfeestkomen?Ja,ikwilgraagnaarjouwfeestkomen.

06 Metwiepraatjij?IkpraatmetElena.

07 HoiFrank!HoiElena!

08 Hoelaatbeginthetfeest?Hetfeestbegintom7uur.

09 Totziens!Totziens!

10 Dankje.Alsjeblieft.

11 Hallo?Hallo.

12 Bentuvrijvrijdag?Ja,ikbenvrijvrijdag.Waarom?

13 Wiltunaarmijnfeestkomen?Hetspijtme.Ikbegrijpuniet.Kuntudatherhalen,alstublieft?

14 Wiltunaarmijnfeestkomen?Wiliknaaruwfeestkomen?Ikweethetniet.

15 Gaathetregenenvrijdag?Nee,hetgaatnietregenen.

16 Watgajijmakenvoorhetfeest?Ikgaeensalademaken.

17 Watneemjijmeenaarhetfeest?Ikneemeendessertmeenaarhetfeest.

18 Zijnwijtevroeg?Nee,ubentniettevroeg.

19 Wiljijdansen?Ja,ikwilgraagdansen.

Page 33: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

28

4�1 Hoofdles

01 Vroegerwoondenwijhier.Wijwonenhier.Wijgaanhierwonen.

02 Ikgamorgennieuwspeelgoedvoorjoukopen.

Ikgamorgenmeermelkkopen.Ikgamorgeneennieuwespijkerbroekvoorjoukopen.

03 Vroegervoetbaldeikhier.Nuvoetbalikhier.Volgendjaargaikdaarvoetballen.

04 Wijgaanmorgenvleeskopen.Ikgajoumorgenbellen.Wijgaanvanavondinhetparketen.

05 Vanavondgaathijleren.Nadeuniversiteitgaatzijwiskundegeven.InNederlandgaathijNederlandsleren.Overtienjaargaatzijstuderen.

06 Ooitzalikbijeenbankwerken.Ooitzalzijopdemaanlopen.Ooitzullenzijineenrestaurantwerken.

07 Ooitzalikmanagerzijn.Ooitzalzijdokterzijn.Ooitzalhijleraarzijn.

08 Ooitzaldezeboomgrootzijn.Ooitzuljijgrootzijn.Ooitzalhijpolitieagentzijn.

09 Ikbennubezig.Vanavondgaikjoubellen.Ikbennuvrij.Vanavondkomiknaarhetwerk.

Ikbennubezig.Nahetetengaikmetjouspelen.

10 Wiljijmetmijdansen?Wiljijditboekmetmijlezen?Wiljijmetmijspelen?

11 Wiljijmetmijdansen?Ja,ikwilmetjoudansen.Wiljijmetmijspelen?Ja,ikwilmetjouspelen.

12 Dezehondisheelklein.Dezebabyisheeljong.Dezebomenzijnheelgroot.Dezemanisheeloud.Ditsieraadisheelduur.Dezebalisheelgroot.

13 Dithuisisheelklein.Ditdierisheellangzaam.Dezehoedisheelgroot.Dezemanisheelsnel.

14 Ditiseenheelkleinedeur.Ditiseenheelgroteklok.Ditiseenheelkleinebal.Ditiseenheelgrotebal.

15 Dezebomenzijnheelgroot.Ooitzullendezebomenheelgrootzijn.Dezedierenzijnheelgroot.Ooitzullendezedierenheelgrootzijn.

16 Wiljijietsvragen?Ja,ikwilietsvragen.Willenjullieietsvragen?Ja,wijwillenietsvragen.

17 Pardon,ikwilietsvragen.Kanikuhelpen?Watisdesoepvandedag?Pardon,ikwilietsvragen.Kanikuhelpen?Hoeveelkostdezepiano?

18 Devrouwsteltdepolitieagenteenvraag.Depolitieagentbeantwoordthaarvraag.Demansteltdedoktereenvraag.Dedokterbeantwoordtzijnvraag.

19 Hijisoberineenrestaurant.Zijisserveersterineenrestaurant.Zijzijnober.Wijzijnserveerster.

20 Demansteltdeserveerstereenvraag.Deserveersterbeantwoordtdevraag.Deserveersterbrengtonsontbijt.Deoberbrengthunkoffie.

Page 34: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

29

21 Devrouwsteltdeserveerstereenvraag.Deserveersterbeantwoordthaarvraag.Destudentstelteenvraag.Deleraarbeantwoordthaarvraag.Demuzikantsteltdezangereenvraag.Dezangerbeantwoordtzijnvraag.

22 Heeftuvragen?Ja,ikhebeenvraag.Wiltuietsvragen?Ja,ikwilietsvragen.

23 rundvleesrundvleesrundvleeskipkipvis

24 Devrouweetkipalslunch.Demaneetthuisvis.Hetmeisjeeeteenaardappelineenrestaurant.

Zijetenrundvleesineenrestaurant.

25 Hetmeisjeeetkip.Demaneetrundvlees.Devrouweetvis.Dejongeneeteenaardappel.

26 Devorkligtlinksvandeaardappel.Delepelligtrechtsvanhetkopje.Hetmesligtnaasthetbrood.Hetservetligtopdetafel.

27 Devrouwschrijftophetservet.Dejongenheefteenmesinzijnrechterhand.Hetmeisjeeetmeteenlepel.Devrouweetmeteenvork.

28 bonenbonenbonenboterboterpeper

29 theemetsuikerbroodmetboteraardappelsmetzoutsalademetpeperrundvleesmetzoutkoffiemetsuiker

30 Heeftuzout?Ja,hierishetzout.Heeftupeper?Ja,hierisdepeper.Hebjijboter?Ja,hierisdeboter.

31 tweecitroeneneenkomcitroenenwaterenlimoendrielimoenen

32 Decitroeniszuur.Delimoeniszuur.Dekipispittig.Debonenzijnpittig.Suikeriszoet.Detaartiszoet.

33 Wiltudesoepvandedag?Watziterindesoep?Aardappels,bonen,zoutenpeper.Ja,graag.

34 Wiltueendessert?Ja,graag.Watheeftu?Vandaaghebbenwijcitroentaart.Ishijzuur?Nee,hijiszoet.Danku.

35 Ditisheelzuur.Magikdesuiker?Ja,hierisdesuiker.Ditisheelpittig.Magikmeerwater?Ja,hierismeerwater.

36 Pardon,magikeenservet?Ja,hieriseenservet.Pardon,magikeenmes?Ja,hieriseenmes.

Page 35: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

30

4�2 Hoofdles

01 eenstandbeeldeenstandbeeldeenstandbeeldeenschilderijeenschilderijeenfoto

02 Ditiseenschilderijvaneenstrand.Ditiseenschilderijvandelucht.DitiseenfotovanParijs.Ditiseenoudefotovanmijnkinderen.Ditiseenstandbeeldvaneenman.Ditiseenstandbeeldvaneendier.

03 Watisdit?Ditiseenfotovanmijnopa.Watisdat?Datiseenfotovanhethuisvanmijnoma.

04 Ikzitopeenstandbeeld.Zijlopenbijeenfontein.Demanleestopdetrap.Wijlunchenopeenheuvel.

05 Hetstandbeeldstaatnaastdefontein.Inhetparkiseentrap.Ophetschilderijstaateenfontein.Hetstandbeeldstaatopdeheuvel.

06 eenstandbeeldeenfotoeenschilderijeenfonteineentrapeenheuvel

07 Ditiseenschilderijvaneenpiano.Ditiseenfotovaneengitaar.Ditiseenschilderijvaneenmanmeteentrommel.

08 Piano’sengitarenzijninstrumenten.Schilderijenenfoto’szijnkunst.Eentrommeliseeninstrument.Eenstandbeeldiskunst.

09 Demanspeeltgitaar.Dejongenspeeltpianometzijnopa.Demannenspelentrommel.

10 Dezemensenspelenhetzelfdeinstrument.Dezemensenspeleneenverschillendinstrument.

Enkelevandezemensenspelengitaar.

11 Debandspeeltinhetpark.Driemensenindezebandspelengitaar.Debandspeeltinhetstadion.

12 eengitaareentrommeleenpianomuziekinstrumenteneenband

13 Hijmaakteenfotovanhaar.Wiltueenfotovanonsmaken,alstublieft?Zijmaakteenfotovanhetstandbeeld.Hijmaakteenfotovandeband.

14 Hijmaakteenfotovandeband.Zijmaakteenfotovandefontein.Hijmaakteenfotovanhetschilderij.Zijmaakteenfotovanhetstandbeeld.

15 eenbioscoopeenbioscoopeenbioscoopeendierentuineendierentuineenmuseum

16 Hetterrasisindestad.Hetterrasisnietindestad.Zijwonenindestad.Zijwonennietindestad.

17 Dezebioscoopisindestad.Zijkijkennaareenfilmineenbioscoop.Ditdierwoontineendierentuin.Dehondendekatwonennietineendierentuin.

18 Debandspeeltindestad.Debandspeeltnietindestad.Hetstandbeeldstaatindestad.Hetstandbeeldstaatnietindestad.

Page 36: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

31

19 Inmeihebikdezefotogemaaktinhetbos.Hijheefteenfotovanzijnvriendengemaaktinoktober.

Zijheeftfoto’sgemaaktindedierentuinenindestad.

Uheeftinhetparkeenfotovanuwfamiliegemaakt.

20 DitgebouwstaatinMoskou.DitgebouwstaatinNewYork.DitgebouwstaatinBarcelona.DitgebouwstaatinAustralië.

21 eenoudetrapeenoudstandbeeldeenmodernschilderijeenmoderngebouw

22 eenoudstadioneenmodernstadioneenoudstandbeeldeenmodernstandbeeld

23 DitberoemdestandbeeldstaatinBrazilië.DitberoemdegebouwstaatinChina.DezeberoemdefonteinisinRome.

24 Zijgaateenfotomakenvaneenberoemdgebouw.

Zijmaakteenfotovaneenberoemdgebouw.Zijheefteenfotogemaaktvaneenberoemdgebouw.

25 Ditgebouwisberoemd.Dezebrugisberoemd.Dezebergisberoemd.Ditgebouwisnietberoemd.Dezebrugisnietberoemd.Dezebergisnietberoemd.

26 Dezeisberoemd.Dezezijnberoemd.Zijisberoemd.Zijzijnberoemd.

27 Zijzoekenhunauto.Zijhebbenhunautogevonden.Zijzoekthaarsleutels.Zijheefthaarsleutelsgevonden.Hijzoektzijnbril.Hijheeftzijnbrilgevonden.

28 Ikzoekmijnjas.Ikhebmijnjasgevonden.Hijzoektzijnschoen.Hijheeftzijnschoengevonden.

29 Hijzoektzijnbal.Hijheeftzijnbalgevonden.Zijzoekthaarsok.Zijheefthaarsokgevonden.

30 Zijzoekenhetstandbeeldvaneenmanmetzijnhond.

Zijhebbenhetstandbeeldgevonden.Zijzoekenhetmuseum.Zijhebbenhetmuseumgevonden.

31 Ikzoekmijnbril.Ikhebjouwbrilgevonden.Ikzoekmijnhond.Ikhebjouwhondgevonden.

32 Zoektuiets?Ja,ikzoekdebioscoop.Zoektuiets?Ja,wijzoekenhetstadion.

33 Ooitzalikzingenineenberoemdeband.Ooitzalikgitaarspelenineenberoemdeband.

Wijgaanindezelfdebandspelen.Ikgazingenenjijgaatgitaarspelen.WijwordendeberoemdstebandvanNewYork!

Ja,wijgaanindegrootstestadionsspelen.

Page 37: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

32

4�3 Hoofdles

01 Dekinderenlachen.Demanglimlacht.Demoedervanhetmeisjeglimlachtniet.Dejongenlachtniet.

02 Zijglimlachtnaarhaarman.Hetmeisjelacht.Dedokterglimlachtnaarhetmeisje.Dekinderenopdeverjaardaglachen.Debabyhuilt.Devrouwenhuilen.

03 Devrouwglimlachtnaarhaarman.Demanlacht.Dejongenglimlachtnaarzijnlerares.Dewerknemerslachen.

04 Defonteinstaatvooreenmoskee.Demanleestineensynagoge.Destandbeeldenstaanineentempel.Devrouwendemanstaanvoordekerk.

05 Zijstaanvooreenmoskee.Zijzingenineenkerk.Dezemanzitbijdetempels.Wijzittenineensynagoge.

06 eenmoskeeeensynagogeeentempeleenkerk

07 Watziejij?Ikziedestandbeeldenopdeheuvel.Watziejij?Ikzieeenmanopdetrap.

08 Kunjijdekerkzien?Nee,ikkandekerknietzien.Kunjijnudekerkzien?Ja,ikkannudekerkzien.

09 Hijisverdwaald.Zijisnietverdwaald.Wijzijnverdwaald.Ikbennietverdwaald.

10 Waaromhuiljij?Omdatikverdwaaldben.Wijgaanjouwouderszoeken.

11 Zijisblijomdatzijvandaagjarigis.Ikbenblijomdathetzonnigis.Zijzijnblijomdatzijbuitenkunnenvoetballen.

Hijisboosomdathijzijnsleutelsnietkanvinden.

Zijisboosomdathaarbloesviesis.Hijisboosomdatzijnvrouwlaatis.

12 Hijisboos.Hijisblij.Hijisverdrietig.

13 Zijisboosomdatdehondhaarschoenheeft.Zijzijnblijomdatzijophetstrandzijn.Hetkindisverdrietigomdatzijhaarhondnietkanvinden.

14 Hoelanggaatdebandspelen?Debandgaattweeuurspelen.Hoelanghebikgerend?Jijhebtdertigminutengerend.

15 Hoelangkunnenwijzwemmen?Julliekunnendrieuurzwemmen.Hoelangheefthijgesproken?Hijheeftvijfenveertigminutengesproken.

16 Hoelangblijftuinditland?Ikblijfhiereenweek.HoelangblijftuinItalië?WijblijvendriemaandeninItalië.

17 HoelangblijftBettinainMoskou?ZijblijfttweewekeninMoskou.HoelangblijfjijinParijs?IkblijftweewekeninParijs.

18 Wijblijvenhiertweedagen.Zijblijftéénweekbijhaaroma.Zijblijveninhetziekenhuis.

19 Zijheefteenkamergereserveerdinhethotel.Zijkanhiervanavondblijven.

Hijheeftgeenkamergereserveerdinhethotel.Hijmoethiervanavondblijven.

Zijhebbeneentafelgereserveerdinhetrestaurant.Zijkunnenhiereten.

Wijhebbengeentafelgereserveerdinditrestaurant.Wijkunnenhiernieteten.

Page 38: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

33

20 Kanikeentafelreserveren?Ja,hoelaatkomtu?Ikkomomachtuurvanavond.Ikwilgraageenkamerreserveren.Wanneerkomtu?Ikkomwoensdag.

21 MetHotelPrinsenhof.Kanikuhelpen?Hallo,uspreektmetmeneerDeGroot.Ikwilgraageenkamerreserveren.

Wanneerkomtu?Ikkomtweeëntwintigoktober.Hoelangblijftu?Ikblijfdrienachten.

22 MetRestaurantKoningshof.Hallo,uspreektmetMarijkedeWit.Ikwilgraageentafelreserveren.

Hoelaatkomtu?Wijkomenomzevenuur.Methoeveelmensenkomtu?Metviermensen.

23 Hijlooptdebergop.Zijrennendeheuvelop.Dejongenlooptdetrapaf.Ikrendeheuvelaf.

24 Zijlooptdetrapaf.Demanrentdetrapop.Zijlopendeheuvelaf.Devrouwrentdeheuvelaf.

25 Hijlooptdetrapop.Zijrennendebergaf.Zijlopendebergaf.Hijrentdetrapop.

26 Zijpakkenhunkofferin.Ikpakmijnkofferin.Zijpakthaarkofferuit.Hijpaktzijnkofferuit.

27 Dezevrouwheeftgisterenhaarkofferingepakt.

Dezevrouwheeftvanochtendhaarkofferingepakt.

Zijpaktnuhaarkofferin.

28 Eerstheefthijthuiszijnkofferingepakt.Daarnaishijnaarhethotelgegaan.Nupakthijzijnkofferuitinzijnkamer.

29 Wathebjijvandaaggedaan?Eersthebikdertigminutengerend.Daarnahebikgroentegekocht.Tenslottehebikgekookt.

30 Eerstheeftzijhaarbordopdetafelgezet.Daarnaheefthijzijnbordopdetafelgezet.Tenslottehebbenzijhunbordopdetafelgezet.

31 Eerstheeftzijgekookt.Daarnaheeftzijgegeten.Tenslotteheeftzijdebordengewassen.

32 Gaanwijvandaagnaarhetmuseum?Ja,wijkunnenvanmiddaggaan.Gaanwijvanavondnaarhetrestaurant?Ja.Daarnakunnenwijnaardebioscoopgaan.

33 Watwiljijvandaagzien?Ikwilgraagdetempelzien.Pardon,wijzijnverdwaald.Waarisdetempel?

Eerstgaatunaarhetpark.Daarnaslaatulinksaf.

Danku.

Page 39: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

34

4�4 Hoofdles

01 Demanskiet.Devrouwzeilt.Wijzeilen.Dekinderenskiën.

02 Zijskietindestad.Hijskietindebergen.Zijzeilendichtbijdestad.Zijzeilendichtbijhetstrand.

03 Zijspelenindezee.Hijzeiltopdezee.Zijzwemtindezee.Zijzwemmenindezee.

04 Ditlandiseeneiland.Ditstandbeeldstaatopeeneiland.Dezekerkstaatopeeneiland.

05 Ikkampeerinhetbos.Zijkampeertdichtbijdezee.Zijzeiltdichtbijheteiland.Zijkampeertindebergen.

06 viertentendriezeilbotentweeski’szesskiërs

07 Zijkamperendichtbijhetmeer.Hetgezinstaatnaastdezeilboten.Deski’sstaannaastdetent.Hetgezinzitindezeilboot.

08 Dezezeilbootissnel.Dezeskiërszijnsnel.Dezezeilbootislangzaam.Dezeskiërszijnlangzaam.

09 Dekerkstaatdichtbijdezee.Demoskeestaatdichtbijhetpark.Desynagogestaatindestad.Detempelstaatopeeneiland.

10 Hijzoekteeneiland.Hijzoektzijnbal.Hijzoektdezee.

11 Ikrijopeenwitpaard.Devrouwfietst.Demanrijdtopeenzwartpaard.Jijfietst!

12 Zijrijdeninhetpark.Zijrijdenbijdezee.Hijfietstbijdezee.Hijfietstinhetbos.

13 Dekinderenspelenindesneeuw.Hijheeftindesneeuwgeschreven.Hijfietstinderegen.Zijlopeninderegen.

14 Watgajijdoennahetskiën?Ikgakoffiedrinkenmetmijnvrouw.Watgaanzijdoennahetzwemmen?Eerstgaanzijfietsenendaarnagaanzijrennen.

Watgaanjulliedoennahetzeilen?Wijgaanlunchenopeeneiland.

15 enkelekattenenkeleeilandenenkeleski’sveelvissenveelfietsenveeltenten

16 veelwaterveelbomenveelgrasveelbloemen

17 enkelezeilbotenveelzeilbotenveelsneeuw

18 Hetiswinderiginhetparkvandaag.Hetwasheelwinderigophetstrandvanochtend.

Hetisnietwinderigindestadvanmiddag.

19 Hetisnietwinderigvandaag.Hetiswinderigvandaag.Hetisheelwinderigvandaag.

Page 40: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

35

20 Hetgaatmorgensneeuwen.Watgaanwijmorgendoen?Wijkunnengaanskiën.

21 Hetgaatmorgennietregenen.Watgaanwijmorgendoen?Wijkunnengaanfietsen.

22 Ukuntgaanskiëninnovember.Wijkunnenmorgengaanspelen.Hetwordtwinderig.

Jijkuntvolgendeweekgaanfietsen.

23 Zijvoetballeninderegen.Zijspelenindesneeuw.Hijrijdtindesneeuw.Zijrennenindesneeuw.

24 Ikrijindesneeuw.Ikkampeerinmijnnieuwetent.Ikzeilopdezee.Ikskiindebergen.

25 Jijmagditnieteten.Jijmagditeten.Jijmagdaarnietzitten.Jijmaghierzitten.Jijmagdaarnietspelen.Jijmaghierspelen.

26 Hiermagjijnietskiën.Hiermagjijskiën.Hiermogenjulliezwemmen.Hiermogenjullienietzwemmen.Hiermagunietrijden.Hiermagurijden.Hiermogenzijkamperen.Hiermogenzijnietkamperen.

27 Demensendragengroenezwemkleding.Ophaarslipperszittenwittebloemen.Dekinderenspelenmethunhanddoekopeenwinderigedag.

Demuzikantedraagteenkortebroek.

28 zwemkledingvoormannenzwemkledingvoorvrouwenslippersvoormannenslippersvoorvrouweneenhanddoekeenkortebroek

29 Jijkuntgeenkortebroekdragenvandaag.Waaromniet?Omdathetkoudwordt.Jijkuntgeenslippersdragenvandaag.Waaromniet?Omdathetkoudwordt.

30 Hetkostdertigdollaromski’stehurenvoorééndag.

Hetkostvierhonderddollaromski’stekopen.Hetkosthonderddollaromeenautotehurenvoorééndag.

Hetkostvijfentwintigduizenddollaromeenautotekopen.

31 Hetismaandag.Hijhuurteenautovoortweedagen.

Hetiswoensdag.Hijbrengtdeautoterug.Hetistienuur‘sochtends.Zijhuurtski’svoorééndag.

Hetiszesuur‘savonds.Zijbrengtdeski’sterug.

32 Hijgaatdefietsterugbrengen.Hijbrengtdefietsterug.Hijheeftdefietsteruggebracht.

33 Hoeveelkosthetomeenfietstehurenvoorééndag?

Hetkosttwintigpondvoorééndag.Ikkomhemmorgenavondterugbrengen.Datkostveertigpond.

34 Hebjijdeski’steruggebracht?Ja,ikhebzegistermiddagteruggebracht.Hebjijdeautoteruggebracht?Nee,ikgahemmorgenochtendterugbrengen.

35 Ikwilgraagski’shuren.Wijwillengraagski’shuren.Ikwilgraageenfietshuren.Wijwillengraagfietsenhuren.

36 Hallo,kanikuhelpen?Wijwillengaanzeilen.Watvoorweerwordthetmorgen?Hetgaatregenen.Ukuntmorgennietgaanzeilen.

Page 41: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

36

4�4 Vervolg

37 Vrijdagwordthetzonnigenwinderig.Kunnenwijvrijdageenzeilboothuren?Ja,julliekunnenvoorééndageenzeilboothuren.

38 Waarkunnenwijnaartoezeilen?Ukuntnaarditkleineeilandzeilen.Watmoetenwijmeenemen?Umoetuwzwemkledingenhanddoekenmeenemen.

4�5 Mijlpaal

01 Hoi.Hoi.

02 Wathebjijvanochtendgedaan?Ikhebdekrantgelezen.

03 Wathebjijvanochtendgedaan?Ikbennaarhetmuseumindestadgeweest.

04 Wathebjijgekocht?Ikhebeenfotovandezeoudetempelgekocht.

05 Wiljijvandaagzeilenofwiljijnaardebioscoop?

Ikwilgraagzeilenvandaag.

06 Goedemiddag.Goedemiddag.

07 Kanikuhelpen?Wiltuzeilen?Ja,wijwillengraagzeilen.

08 Ishettewinderigomtezeilen?Nee,hetisniettewinderigomtezeilen.

09 Watdoetu?Ikbenmuzikante.

10 Watspeeltu?Ikspeelpiano.

11 Speeltueeninstrument?Ja,ikspeeleeninstrument.

12 Watspeeltu?Ikspeelgitaar.

13 Watzoekjij?Ikzoekeenhanddoek.

14 Wiltueenfotovanonsmaken?Ja,ikwileenfotovanumaken.

15 Wiltuopdezeilbootofophetstrandeten?Wijwillenophetstrandeten.

16 Watmaaktu?Ikmaakvismetlimoenenaardappels.

17 Gaatuietsspelen?Ja,ikgaietsspelen.

Page 42: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

AlfabetA aB bC cD dE eF fG gH hI iJ jK kL lM mN nO oP pQ qR rS sT tU uV vW wX xY yZ z

Page 43: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

IndexInthisindex,eachwordisfollowedbytheCoreLessoninwhichitoccurs.Thenumberoftimesthatthewordappearsinthelessonisenclosedinparentheses.

Enesteíndice,cadapalabraestáseguidaporlaLecciónprincipalenqueaparece.Elnúmerodevecesqueaparecelapalabraencadalecciónestáentreparéntesis.

IndiesemIndexstehtnachjedemWortdieHauptlektion,inderdasWortvorkommt.InKlammernwirdangegeben,wieofteinWortineinerLektionauftritt.

Danscetindex,chaquemotestsuividelaLeçonprincipalecorrespondante.Lenombredefoisoùlemotapparaîtdanschaqueleçonestindiquéentreparenthèses.

Inquestoindice,ogniparolaèseguitadallaLezioneprincipalecorrispondente.Ilnumerodivoltechelaparolaappareinognilezioneèindicatoinparentesi.

아래 찾아보기에서 단어 앞의 숫자는 각 단어가 나오는 핵심 학습을 가리킵니다. 괄호 안의 숫자는 각 단어가 핵심 학습에 나오는 횟수입니다.

この索引では、各単語の後にはコア・レッスンが記されています。また、コア・レッスンに出てくる各単語の使用回数はカッコの中に記されています。

在这个索引中,跟随在每个单词后面的是使用这个单词的“核心课程”。 括号中是该单词在该课程中出现的次数。

Page 44: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

39

‘savonds 1.3(6),1.4(1),3.1(1),4.4(1)‘smiddags 1.3(5)‘snachts 1.3(3)‘sochtends 1.3(7),4.4(1)aan 1.3(19),2.1(26),2.2(14),2.3(9),

2.4(7),3.1(6)aardappel 4.1(3)aardappels 4.1(2),4.5(1)acht 1.2(1),1.3(7),2.2(1),3.1(2),

3.3(2),3.4(1),4.3(1)achtduizend 3.2(1)achtentachtig 1.3(1)achter 1.1(9),1.2(1)achthonderd 3.2(1)achthonderdnegentig 3.2(1)achtste 3.1(1)achttien 1.3(1)achttiennegentig 3.2(1)adres 3.2(8)af 1.2(9),1.5(5),3.1(1),3.2(2),

4.3(8)afgelopen 3.1(8),3.3(1)afslaan 3.1(2),3.3(2)als 3.3(3),4.1(1)alsjeblieft 1.2(1),2.4(1),3.1(4),3.2(19),

3.3(2),3.5(1)alstublieft 1.2(2),1.3(1),1.5(1),2.2(8),

2.4(4),2.5(3),3.1(12),3.3(2),3.5(1),4.2(1)

apotheek 1.1(2),2.2(4),2.4(1)appartement 2.3(1)appel 2.1(3),2.2(1),2.4(1)appels 2.4(3),3.3(1)april 3.1(3),3.2(1),3.4(1)augustus 3.1(4)Australië 2.5(1),3.1(1),4.2(1)auto 1.1(10),1.2(2),1.4(1),2.1(3),

2.3(1),2.4(1),3.1(2),3.2(2),3.3(6),3.4(1),4.2(2),4.4(5)

auto’s 2.1(1),3.3(2)baby 1.4(1),2.3(1),2.4(1),4.1(1),

4.3(1)bakker 2.3(1)bal 2.1(2),3.1(1),3.3(4),4.1(3),

4.2(2),4.4(1)band 4.2(12),4.3(2)bank 1.1(5),1.2(2),2.2(4),4.1(1)Barcelona 1.4(1),2.1(2),3.2(2),4.2(1)basisschool 2.3(7)beantwoordt 4.1(6)bed 3.1(1),3.2(1)

begint 3.1(12),3.3(1),3.5(2)begrijp 2.2(10),2.4(4),3.5(1)begrijpen 2.2(1)begrijpt 2.2(3)bel 3.2(6)bellen 3.2(1),3.3(1),4.1(2)belt 3.2(6)ben 1.1(7),1.2(2),2.1(1),2.2(7),

2.3(17),2.4(1),2.5(1),3.2(1),3.3(1),3.4(18),3.5(3),4.1(3),4.3(3),4.5(2)

bent 2.3(1),2.5(2),3.3(1),3.4(1),3.5(2)

benzine 1.1(6),1.5(2)benzinestation 1.1(4),1.2(1),1.3(1)berg 4.2(2),4.3(3)bergen 1.4(6),2.1(2),2.2(1),2.3(1),

2.4(1),3.1(1),3.2(1),4.4(3)beroemd 4.2(13)beroemde 4.2(5)beroemdste 4.2(1)best 3.4(3)betalen 1.1(2),2.2(1),2.4(3),3.3(1)betekent 2.2(24),2.4(2),3.4(2)beter 3.4(3)Bettina 4.3(1)bewolkt 1.4(5),2.4(1)bezig 3.4(11),4.1(2)bezoeken 2.1(4)bibliotheek 1.1(6),1.2(1),2.2(8),3.1(1),

3.2(1)bij 1.1(3),1.2(9),1.4(3),2.3(1),

2.4(6),3.1(3),3.2(1),3.4(1),4.1(1),4.2(1),4.3(2),4.4(9)

bioscoop 4.2(6),4.3(1),4.5(1)blauw 1.2(1),1.3(1),2.2(1)blauwe 1.1(1)blij 4.3(5)blijf 4.3(4)blijft 4.3(6)blijven 4.3(5)bloemen 1.1(1),2.1(2),2.2(1),3.1(1),

4.4(2)bloes 4.3(1)blond 1.2(1),2.3(2)boek 1.4(2),2.1(14),2.2(3),2.3(1),

2.4(2),3.1(1),3.2(1),3.4(3),4.1(1)

boeken 2.1(3),3.1(2)boekwinkel 1.1(3),2.2(1),2.4(1),3.1(1)bomen 4.1(3),4.4(1)bonen 4.1(5)

Page 45: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

40

boom 1.1(2),4.1(1)boos 4.3(5)bord 2.2(10),3.1(2),4.3(3)borden 3.1(1),4.3(1)bos 1.4(6),4.2(1),4.4(2)boter 4.1(5)bouwmarkt 2.4(1)Brazilië 2.3(1),3.1(1),4.2(1)breng 3.1(3)brengen 3.1(1)brengt 3.1(2),4.1(2),4.4(3)brief 2.1(4),2.4(2)brieven 2.1(1),2.2(2),2.3(1),2.4(1)bril 3.2(1),3.3(3),4.2(4)broek 4.4(3)broeken 3.3(1)broer 2.1(3)brood 4.1(2)broodje 2.4(2),3.3(2)broodjes 2.1(1)brug 4.2(2)buiten 1.4(1),3.1(1),3.3(2),4.3(1)bureau 2.1(6),3.1(2),3.3(1),3.4(1)bureaus 3.1(1)bus 1.2(15),1.3(6),1.4(2),2.1(1),

2.3(2),3.2(1)bushalte 1.2(6),1.4(1)buskaartje 1.3(1)busstation 1.3(3)camera 1.3(3),3.2(1)China 2.3(3),2.4(3),4.2(1)chocola 2.1(3),2.2(1),2.4(4),2.5(2),

3.3(1),3.4(2)citroen 4.1(1)citroenen 4.1(2)citroentaart 4.1(1)computer 2.2(1)concert 1.4(1),2.4(1),3.1(2),3.2(1),

3.4(5)contant 1.1(2),2.4(2),3.3(1)creditcard 1.1(2),2.4(3)daar 3.2(1),3.3(9),4.1(1),4.4(2)daarna 4.3(6),4.4(1)dag 1.4(2),3.3(1),4.1(2),4.4(7)dagen 3.1(2),4.3(1),4.4(1)dankje 3.3(2)danku 1.1(1),1.2(1),2.4(1),3.3(1),dans 3.2(1)dansen 3.1(4),3.3(1),3.4(2),3.5(2),

4.1(3)danseres 3.4(5)dansers 3.4(1)

danst 3.1(1),3.4(3)dat 1.4(1),2.2(5),2.4(5),2.5(1),

3.3(6),3.4(1),3.5(1),4.2(2),4.4(1)

datum 3.2(6)de 1.1(65),1.2(47),1.3(44),1.4(17),

1.5(2),2.1(21),2.2(23),2.3(18),2.4(14),2.5(1),3.1(49),3.2(36),3.3(21),3.4(18),4.1(39),4.2(26),4.3(46),4.4(46),4.5(4)

december 3.1(3),3.2(3)DeGraaf 3.4(1)DeGroot 3.3(1),4.3(1)DeWaal 1.5(1)DeWit 4.3(1)deken 3.2(1)derde 1.2(4)dertien 3.2(1)dertig 1.3(2),2.4(1),3.1(1),4.3(2),

4.4(1)dessert 3.3(16),3.5(1),4.1(1)desserts 3.3(2)deur 1.2(3),4.1(1)deze 1.1(2),1.2(3),1.3(7),1.4(10),

2.2(2),2.3(6),2.4(9),3.1(1),3.2(16),3.3(11),3.4(2),4.1(13),4.2(13),4.3(3),4.4(5),4.5(1)

dezelfde 2.3(4),3.3(1),4.2(1)dichtbij 1.2(2),4.4(7)die 3.3(8)dier 1.1(6),1.4(2),4.1(1),4.2(2)dieren 4.1(2)dierentuin 4.2(5)dinsdag 2.1(4),3.4(1)dit 1.1(2),1.3(4),1.4(4),2.1(4),

2.2(28),2.3(2),2.4(11),2.5(2),3.1(6),3.2(8),3.3(16),3.4(11),4.1(10),4.2(20),4.3(2),4.4(5)

dochter 2.3(3),2.4(1)doe 1.4(1),2.1(2)doen 3.1(1),3.3(1),4.4(5)doet 2.3(6),3.4(1),4.5(1)dokter 2.2(2),2.3(1),3.2(5),3.3(1),

4.1(3),4.3(1)dollar 1.1(1),1.3(4),2.4(1),3.2(1),

4.4(4)donderdag 1.4(2),2.1(1),2.2(1),3.2(1),

3.3(1),3.4(2)dorst 1.2(1)draag 1.4(2)draagt 1.2(4),1.3(2),2.3(1),4.4(1)dragen 3.2(1),3.3(2),4.4(3)

Page 46: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

41

drie 1.2(2),1.3(5),1.5(1),2.1(1),2.2(3),4.1(1),4.2(1),4.3(3),4.4(1)

drieduizend 3.2(1)drieëndertig 1.3(1)drieënnegentig 1.3(1)drieëntwintig 1.3(1)drieënzestig 1.3(1)drieënzeventig 1.3(1)driehonderd 3.2(1)driehonderdzeven3.2(1)drink 3.1(1)drinken 3.1(4),3.2(1),3.4(1),4.4(1)drinkt 3.1(1)droeg 2.3(1)dronk 2.4(1)duizend 3.2(4)duur 3.3(1),4.1(1)een 1.1(21),1.2(15),1.3(21),1.4(17),

1.5(2),2.1(51),2.2(11),2.3(46),2.4(22),3.1(20),3.2(16),3.3(36),3.4(8),3.5(2),4.1(28),4.2(68),4.3(18),4.4(19),4.5(6)

één 1.3(9),1.4(2),2.2(2),3.2(2),4.3(1),4.4(6)

eenendertig 1.3(1),3.2(1)eenenzestig 1.3(1)eerst 4.3(5),4.4(1)eerste 1.2(5),3.2(1)eet 1.3(1),2.1(2),2.2(1),3.3(5),

4.1(9)Egypte 1.4(1),2.3(3)eiland 4.4(8)eilanden 4.4(1)Elena 3.5(3)elf 1.3(2),2.5(2),3.2(1)e-mail 2.1(5),2.2(1)e-mailadres 3.2(4)e-mails 2.3(1)en 1.2(3),1.3(1),1.4(3),2.1(2),

2.2(2),2.3(1),3.3(2),4.1(2),4.2(5),4.3(1),4.4(3),4.5(1)

Engels 2.3(1)enkele 4.2(1),4.4(4)envelop 2.1(4)enveloppen 2.1(2)er 1.4(1),3.3(2),3.4(1),4.1(1)Erik 3.3(2)eten 1.4(4),2.1(2),2.2(1),3.1(2),

3.2(1),3.3(6),3.4(1),4.1(3),4.3(2),4.4(2),4.5(2)

euro 1.3(5),3.2(2)

fabriek 2.3(5),3.2(1),3.4(3)familie 1.1(1),2.3(1),4.2(1)februari 3.1(4),3.2(1)feest 3.1(11),3.2(5),3.3(3),3.4(1),

3.5(10)fiets 1.1(3),2.1(2),2.3(2),2.4(1),

3.1(3),3.2(1),3.3(2),4.4(5)fietsen 4.4(5)fietst 4.4(5)film 3.1(2),3.2(1),3.4(2),4.2(1)fontein 4.2(6),4.3(1)foto 4.2(21),4.5(3)foto’s 4.2(2)Frank 3.5(1)Frankrijk 2.3(1),2.4(1),3.1(1)fruit 2.2(1),2.3(2),2.4(2),3.3(2)ga 1.1(13),1.2(12),1.4(10),1.5(1),

2.1(13),2.2(1),2.5(2),3.1(1),3.2(2),3.5(2),4.1(7),4.2(1),4.4(3),4.5(1)

gaan 1.1(16),1.2(3),1.4(12),2.1(4),2.2(2),2.3(1),3.1(5),3.2(1),3.3(1),4.1(3),4.2(2),4.3(5),4.4(13)

gaat 1.1(10),1.2(7),1.4(12),1.5(1),2.1(4),2.2(2),2.5(2),3.1(2),3.3(3),3.5(2),4.1(4),4.2(2),4.3(3),4.4(4),4.5(1)

gaf 2.3(6),2.5(4)gebouw 4.2(11)gedaan 4.3(1),4.5(2)gedronken 3.4(2)geef 2.1(3),2.2(1),2.4(1),3.1(2)geeft 2.1(6),2.2(4),3.1(12),3.4(4)geel 3.3(2)geen 1.5(1),2.1(1),2.2(1),2.3(1),

3.3(2),4.3(2),4.4(2)gegaan 2.2(4),4.3(1)gegeten 2.1(6),2.2(3),2.4(4),3.3(1),

3.4(2),4.3(1)gegeven 2.1(10),2.2(7),2.4(2)gegolft 2.1(1),2.2(1)gehad 2.2(6)gekocht 2.1(15),2.2(5),2.4(15),4.3(1),

4.5(2)gekookt 4.3(2)gekust 2.4(1)geld 1.1(3),2.4(2),3.3(1)geleerd 2.4(2)gelegd 3.1(2)gelezen 2.1(6),2.4(1),4.5(1)geluisterd 2.4(1)

Page 47: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

42

gemaakt 4.2(5)gereden 3.3(2),3.4(1)gerend 2.1(4),2.2(11),4.3(3)gereserveerd 4.3(4)geschiedenis 2.2(3),2.3(3)geschreven 2.1(3),2.2(4),2.4(7),3.4(2),

4.4(1)gesproken 4.3(2)gestudeerd 2.4(2)getal 1.2(3),3.2(3)getennist 2.1(2),2.2(2)geven 3.1(3),4.1(1)gevoetbald 2.1(2),2.2(2)gevonden 4.2(11)gewacht 2.3(1)gewassen 4.3(1)geweest 2.2(17),2.3(4),2.4(3),2.5(2),

4.5(1)gewoond 2.3(2)gezet 4.3(3)gezin 4.4(2)gezinnen 3.1(1)gezwommen 2.1(8)ging 2.3(1)gisteravond 3.4(1)gisteren 2.1(8),2.2(8),3.4(1),4.3(1)gistermiddag 4.4(1)gitaar 4.2(7),4.5(1)gitaren 4.2(1)glas 3.2(1)glimlacht 4.3(6)goed 3.3(3),3.4(17)goedemiddag 4.5(2)goedemorgen 1.4(1)goedkoop 3.3(1)golfen 1.4(1),2.3(1),2.4(3)gootsteen 1.3(2),3.1(2),3.2(1)graag 2.4(14),2.5(1),3.1(2),3.3(2),

3.4(3),3.5(2),4.1(2),4.3(4),4.4(4),4.5(2)

gras 4.4(1)groen 2.2(1),2.3(2),3.2(1)groene 4.4(1)groente 2.1(1),3.2(1),3.3(1),4.3(1)groot 4.1(9)grootste 4.2(1)grote 4.1(2)haar 1.1(3),1.2(2),1.3(3),2.1(5),

2.2(3),2.3(2),3.1(6),3.2(11),3.3(2),3.4(1),4.1(3),4.2(5),4.3(11),4.4(1)

had 2.3(4),2.4(2)

hadden 2.3(1)half 1.3(7),3.1(1)hallo 1.1(1),1.3(1),1.5(6),3.3(7),

3.4(1),3.5(2),4.3(2),4.4(1)handdoek 4.4(2),4.5(1)handdoeken 3.1(3),4.4(1)handen 2.3(2),3.2(2)heb 1.2(1),1.3(4),1.5(2),2.1(41),

2.2(9),2.3(2),2.4(27),3.1(2),3.3(7),3.4(5),4.1(2),4.2(4),4.3(5),4.4(3),4.5(5)

hebben 1.1(6),1.3(2),1.5(2),2.2(26),2.3(3),2.4(2),3.3(1),4.1(1),4.2(3),4.3(3)

hebt 1.3(1),2.1(6),2.2(1),4.3(1)heeft 1.1(7),1.2(3),1.3(14),2.1(17),

2.2(13),2.4(8),3.1(3),3.3(3),3.4(2),4.1(5),4.2(9),4.3(13),4.4(2)

heel 4.1(20),4.4(2)heet 2.4(3),3.1(1),3.2(1),3.5(2)help 3.2(1)helpen 3.2(5),3.4(2),4.1(2),4.3(1),

4.4(1),4.5(1)helpt 3.2(7)hem 2.2(3),2.4(6),3.1(8),3.4(1),

4.4(2)hen 2.2(3)herhalen 2.2(5),2.4(4),2.5(1),3.5(1)het 1.1(52),1.2(43),1.3(52),1.4(65),

1.5(7),2.1(14),2.2(28),2.3(9),2.4(11),2.5(5),3.1(42),3.2(50),3.3(13),3.4(30),3.5(9),4.1(11),4.2(21),4.3(14),4.4(36),4.5(5)

hetzelfde 4.2(1)heuvel 4.2(3),4.3(5)hier 3.1(2),3.2(2),3.3(23),3.4(4),

4.1(12),4.3(6),4.4(10)hij 1.1(11),1.2(11),1.3(8),1.4(6),

2.1(17),2.2(9),2.3(11),2.4(2),3.1(12),3.2(8),3.3(7),3.4(9),4.1(7),4.2(11),4.3(17),4.4(15)

hoe 1.2(9),1.3(15),1.5(3),2.2(4),2.4(2),2.5(1),3.1(1),3.2(1),3.3(3),3.5(2),4.3(2)

hoed 1.2(1),2.1(1),2.2(1),2.4(3),2.5(2),4.1(1)

hoelang 4.3(9)hoeveel 1.1(1),1.3(3),2.4(2),4.1(1),

4.3(1),4.4(1)hoi 3.4(1),3.5(4),4.5(2)hond 1.1(1),1.4(2),2.1(1),2.3(1),

Page 48: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

43

2.4(1),3.1(3),3.2(2),3.3(1),4.1(1),4.2(4),4.3(2)

honderd 4.4(1)honderdtwintig 3.2(1)Hoofdstraat 3.2(1)horloge 1.3(4),3.1(2),3.3(2)hotel 1.1(4),1.2(2),1.3(1),2.2(1),

3.3(1),3.4(3),4.3(4)huil 4.3(1)huilen 4.3(1)huilt 4.3(1)huis 1.1(5),1.2(1),2.1(1),2.3(1),

3.1(2),3.3(1),4.1(1),4.2(1)hun 1.3(1),2.1(1),3.1(2),3.2(2),

4.1(1),4.2(2),4.3(2),4.4(1)huren 4.4(9)huurt 4.4(2)iets 3.1(12),3.2(1),3.3(1),4.1(8),

4.2(2),4.5(2)ik 1.1(19),1.2(19),1.3(8),1.4(19),

1.5(6),2.1(56),2.2(25),2.3(33),2.4(47),2.5(7),3.1(10),3.2(12),3.3(18),3.4(25),3.5(10),4.1(25),4.2(12),4.3(25),4.4(13),4.5(13)

in 1.1(9),1.2(16),1.3(4),1.4(22),2.1(3),2.2(1),2.3(23),2.4(12),2.5(1),3.1(16),3.2(12),3.3(2),3.4(4),4.1(9),4.2(31),4.3(20),4.4(25),4.5(1)

ingepakt 4.3(3)instrument 4.2(3),4.5(2)instrumenten 4.2(2)is 1.1(14),1.2(25),1.3(52),1.4(34),

1.5(6),2.1(1),2.2(17),2.3(9),2.4(4),2.5(5),3.1(14),3.2(33),3.3(37),3.4(24),4.1(32),4.2(28),4.3(14),4.4(12),4.5(2)

Italië 2.3(3),3.1(1),4.3(2)ja 1.1(1),1.2(1),1.3(6),1.4(4),

2.1(5),2.2(4),2.3(8),2.4(12),2.5(5),3.1(4),3.2(5),3.3(4),3.4(12),3.5(4),4.1(15),4.2(3),4.3(4),4.4(2),4.5(4)

jaar 1.3(2),2.4(1),3.1(5),3.2(3),3.3(1),4.1(2)

januari 3.1(3),3.2(2)Japan 3.1(1)jarig 3.2(1),3.3(2),4.3(1)jas 1.2(2),1.3(1),3.1(1),3.3(2),4.2(2)je 1.3(1),3.2(1),3.3(8),3.4(2),

3.5(3)Jennifer 3.3(2)

jij 1.1(7),1.2(3),1.3(1),1.4(3),1.5(2),2.1(23),2.2(4),2.3(8),2.4(11),3.1(5),3.2(16),3.3(8),3.4(15),3.5(7),4.1(8),4.2(1),4.3(9),4.4(15),4.5(5)

Jolanda 3.4(2)jong 2.3(2),4.1(1)jongen 1.1(3),2.2(3),2.3(1),2.4(3),

3.2(2),4.1(2),4.2(1),4.3(3)jongens 1.4(1),3.1(2),3.2(1)jongere 2.1(1)Joris 3.3(7)jou 2.2(2),2.4(3),3.1(1),3.3(3),

4.1(7)jouw 1.2(1),1.3(2),1.4(1),2.1(2),

2.3(1),2.4(1),3.1(2),3.2(3),3.3(4),3.4(5),3.5(1),4.2(2),4.3(1)

juli 3.1(3),3.2(1)jullie 1.1(4),2.1(1),2.2(10),2.3(6),

2.4(1),3.1(2),3.2(2),3.4(3),4.1(1),4.3(1),4.4(4)

juni 3.1(3),3.2(4)jurk 3.2(1),3.3(1)jurken 3.3(2)kaart 1.1(10),1.3(1),1.5(2)kaarten 1.1(3)kaartje 1.4(3)kaartjes 1.3(2)kamer 1.3(6),3.3(1),4.3(5)kampeer 4.4(2)kampeert 4.4(2)kamperen 4.4(3)kan 1.4(21),3.3(4),3.4(4),4.1(2),

4.3(7),4.4(1),4.5(1)kantoor 2.3(10),3.1(1),3.2(3),3.4(1)kat 1.4(2),2.2(1),2.3(1),2.4(1),

4.2(1)katten 4.4(1)kerk 4.3(7),4.4(2)keuken 3.1(1)kijken 1.4(1),3.2(1),3.4(1),4.2(1)kilometer 1.3(5),1.4(3),2.1(3)kind 1.1(1),1.2(4),2.3(5),2.4(1),

4.3(1)kinderen 1.1(5),1.2(1),2.2(1),2.3(1),

3.1(3),3.2(1),3.3(1),4.2(1),4.3(2),4.4(3)

kip 4.1(5)kleding 2.1(3),3.3(2)klein 4.1(2)kleine 4.1(2),4.4(1)

Page 49: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

44

klok 1.3(4),4.1(1)koffer 1.3(6),1.4(2),4.3(9)koffers 1.3(1)koffie 1.1(1),2.2(2),2.4(8),3.1(1),

3.3(1),3.4(1),4.1(2),4.4(1)koken 1.1(1),3.1(1)kom 1.2(5),2.3(1),3.1(6),3.2(4),

3.3(1),3.4(8),4.1(2),4.3(3),4.4(1)komen 3.1(5),3.3(1),3.4(8),3.5(5),

4.3(1)komt 1.3(19),2.3(1),3.1(2),3.3(1),

3.4(1),4.3(5)Koningshof 4.3(1)kook 2.1(1)kookt 1.1(1),3.1(1),3.4(2)koop 1.3(1),1.4(4),2.1(1)koopt 1.1(3),2.1(2),2.2(2)kopen 1.1(1),2.1(2),4.1(4),4.4(2)kopje 3.1(1),4.1(1)korte 4.4(3)kost 1.1(2),1.3(12),3.2(14),4.1(1),

4.4(7)kosten 1.3(2),2.4(3),3.2(2)koud 1.4(6),3.1(1),4.4(2)koude 3.1(1)krant 2.1(6),2.4(2),3.1(1),4.5(1)kranten 1.1(1),2.1(1)kun 3.3(1),3.4(4),4.3(2)kunnen 1.4(2),3.4(2),4.3(7),4.4(6)kunst 2.2(4),2.3(4),2.4(2),4.2(2)kunt 1.4(4),2.2(5),2.4(4),2.5(1),

3.4(1),3.5(1),4.4(6)kussen 1.4(1)kwart 1.3(9),1.4(1),1.5(1),2.2(2)laat 1.3(15),1.5(3),2.2(4),2.5(1),

3.2(8),3.5(1),4.3(3)lachen 4.3(3)lacht 4.3(3)ladder 2.4(1),3.1(1)laken 1.1(2)land 4.3(1),4.4(1)lang 1.2(1)langzaam 4.1(1),4.4(2)las 2.3(1)Laura 3.3(5)leerling 2.1(4),2.3(5),3.2(1),3.3(1)leerlingen 3.1(1),3.2(2)leert 2.2(1)lees 2.1(4),2.3(1),3.1(1),3.2(1)leest 1.1(4),2.1(1),2.2(1),3.1(1),

4.2(1),4.3(1)leg 3.1(2)

leggen 3.1(1)legt 3.1(1)lente 3.1(2)lepel 4.1(2)leraar 2.1(5),2.2(1),2.3(2),3.2(1),

4.1(2)lerares 2.1(1),2.2(2),2.3(4),3.2(2),

4.3(1)leren 1.4(2),4.1(2)leuk 2.3(6),3.5(2)lezen 1.1(3),1.4(4),2.1(2),3.1(1),

4.1(1)lig 1.1(1)liggen 1.4(1),2.1(1),3.1(2)ligt 1.1(2),1.3(6),2.1(3),3.1(2),

3.2(2),4.1(4)limoen 4.1(2),4.5(1)limoenen 4.1(1)linkerhand 1.1(1)linkervoet 1.1(1)links 1.1(4),1.2(8),1.5(3),2.4(1),

3.1(3),3.2(1),3.3(1),4.1(1),4.3(1)loop 1.2(2),3.2(1)loopt 1.1(1),1.4(1),4.3(4)lopen 1.4(9),3.1(2),3.3(2),4.1(1),

4.2(1),4.3(2),4.4(1)lucht 4.2(1)luister 3.2(1)lunch 3.3(5),4.1(1)lunchen 1.4(3),4.2(1),4.4(1)maak 3.3(1),4.5(1)maakt 3.3(6),4.2(8),4.5(1)maan 4.1(1)maand 2.1(1),3.1(5),3.4(3)maandag 2.1(4),3.4(1),4.4(1)maanden 3.1(1),4.3(1)maar 1.4(3),2.1(1),2.3(6),3.2(1),

3.3(1),3.4(1)maart 3.1(3),3.2(3),3.4(1)mag 3.1(8),3.3(8),4.1(4),4.4(10)maken 3.3(3),3.5(2),4.2(2),4.5(2)mama 2.2(2)man 1.1(15),1.3(2),1.4(4),2.1(2),

2.4(2),3.1(3),3.2(10),4.1(6),4.2(5),4.3(9),4.4(2)

manager 2.3(11),3.2(5),4.1(1)mannen 1.1(3),1.2(1),1.3(1),4.2(1),

4.4(2)Marijke 4.3(1)me 3.4(13),3.5(1)medicijnen 1.1(1),2.2(2),2.4(1)mee 3.1(5),3.5(2)

Page 50: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

45

meegenomen 3.3(6)meenemen 3.3(1),4.4(2)meer 1.4(5),2.1(2),2.2(1),3.1(2),

4.1(3),4.4(1)mei 3.1(3),3.2(2),3.4(1),4.2(1)meisje 1.1(3),1.4(1),2.1(2),2.4(3),

3.1(1),3.2(4),4.1(3),4.3(3)meisjes 2.1(1),3.1(1)melk 1.1(1),2.4(2),4.1(1)meneer 1.5(1),3.3(2),4.3(1)mensen 1.1(1),1.2(3),1.3(1),3.1(2),

3.2(1),4.2(4),4.3(2),4.4(1)Merel 3.4(1)mes 4.1(4)met 1.1(4),2.3(4),2.4(3),3.2(11),

3.3(12),3.4(7),3.5(2),4.1(16),4.2(3),4.3(6),4.4(2),4.5(1)

metro 1.2(9)metrostation 1.2(5)mevrouw 3.4(1)middelbare 2.3(9)mij 2.2(3),2.4(4),3.1(2),3.2(7),

3.3(2),3.4(3),4.1(5)mijn 1.2(4),1.3(7),1.4(2),2.1(14),

2.2(1),2.3(5),2.4(4),2.5(1),3.1(2),3.2(3),3.3(5),3.4(4),3.5(3),4.2(7),4.3(1),4.4(2)

minuten 1.3(4),1.4(2),4.3(3)mobiele 3.3(1)modern 4.2(4)moeder 2.1(2),2.3(1),2.4(1),3.2(2),

3.4(1),4.3(1)moet 3.3(10),3.4(1),4.3(1),4.4(1)moeten 4.4(1)mogen 3.1(4),4.4(4)mooi 1.5(4),2.4(2)morgen 1.4(15),2.1(2),2.2(2),4.1(5),

4.4(7)morgenavond 4.4(1)morgenochtend 4.4(1)moskee 4.3(3),4.4(1)Moskou 4.2(1),4.3(2)museum 1.1(7),1.2(5),1.4(2),1.5(1),

3.2(3),4.2(3),4.3(1),4.5(1)muziek 2.2(4),2.3(3),2.5(1),3.4(2),

4.2(1)muzikant 3.4(3),4.1(1)muzikante 3.4(2),4.4(1),4.5(1)muzikanten 3.4(2)na 1.4(2),4.1(2),4.4(3)naar 1.1(29),1.2(23),1.3(5),1.4(9),

1.5(1),2.1(6),2.2(22),2.3(2),

2.4(6),2.5(3),3.1(19),3.2(6),3.3(4),3.4(10),3.5(7),4.1(1),4.2(1),4.3(9),4.4(1),4.5(2)

naartoe 1.1(12),1.2(5),1.5(1),2.2(1),4.4(1)

naast 1.1(8),1.3(4),2.2(2),4.1(1),4.2(1),4.4(2)

nachten 4.3(1)nat 1.4(2)natuurwetenschappen 2.2(6),2.3(5),2.5(1)Nederland 2.4(2),2.5(1),4.1(1)Nederlands 2.2(2),2.3(2),2.4(4),2.5(2),

4.1(1)nee 1.1(1),1.3(5),1.4(7),1.5(1),

2.1(10),2.2(1),2.3(3),2.4(3),3.1(1),3.2(1),3.3(1),3.4(9),3.5(2),4.1(1),4.3(1),4.4(1),4.5(1)

neem 1.2(4),3.1(1),3.5(2)neemt 1.2(4),2.1(2),3.1(2)negen 1.2(1),1.3(5),2.2(1)negenennegentig 1.3(1)negenhonderd 3.2(2)negenhonderdeenendertig 3.2(1)negentien 3.2(1)negentieneenendertig 3.2(1)negentig 1.3(1)nemen 1.2(4),1.4(6),3.1(2),3.3(1)NewYork 1.4(1),4.2(2)niet 1.4(15),2.1(2),2.2(11),2.3(1),

2.4(4),3.1(5),3.2(6),3.3(9),3.4(11),3.5(4),4.2(8),4.3(8),4.4(13),4.5(1)

nieuw 3.3(1),4.1(1)nieuwe 2.1(2),4.1(1),4.4(1)nodig 1.1(12),1.3(2),1.5(4),2.1(1),

3.3(1)november 3.1(3),4.4(1)nu 2.3(27),2.4(4),3.1(3),3.2(2),

3.3(2),3.4(2),4.1(4),4.3(4)ober 4.1(3)of 1.5(3),2.4(15),3.1(1),3.3(2),

4.5(2)oktober 3.1(3),4.2(1),4.3(1)om 1.3(23),1.4(1),2.2(2),3.1(2),

3.3(3),3.4(4),3.5(3),4.3(2),4.4(5),4.5(2)

oma 2.1(2),2.4(1),4.2(1),4.3(1)omdat 1.4(5),4.3(10),4.4(2)

Page 51: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

46

onder 1.1(4),2.1(1)ons 2.2(3),3.1(1),3.4(2),4.1(1),

4.2(1),4.5(1)ontbeten 2.2(4)ontbijt 3.1(1),3.3(1),4.1(1)ontmoet 3.2(9)ontmoeten 3.2(1),3.4(1),3.5(2)onze 2.1(1),2.2(2)ooit 4.1(11),4.2(2)op 1.1(13),1.2(10),1.3(21),1.4(5),

2.1(5),2.2(2),2.3(22),2.4(6),3.1(14),3.2(5),3.3(4),3.4(5),4.1(3),4.2(5),4.3(12),4.4(11),4.5(2)

opa 2.1(3),2.2(1),3.2(1),4.2(2)oud 1.3(2),2.3(2),2.4(1),3.3(2),

4.1(1),4.2(3)oude 3.2(1),4.2(2),4.5(1)ouders 2.1(1),2.2(1),3.1(2),4.3(1)oudste 2.1(1)over 1.3(8),1.5(1),2.2(2),4.1(1)overhemd 3.3(1)paard 1.1(2),1.4(1),3.2(1),4.4(2)pak 3.2(1),4.3(1)pakken 2.3(1),4.3(1)pakt 4.3(4)paraplu 1.4(1),3.1(2)pardon 1.2(8),1.3(4),2.2(8),2.5(1),

4.1(4),4.3(1)Parijs 1.3(1),1.4(2),2.1(1),2.2(2),

2.3(4),2.4(1),4.2(1),4.3(2)

park 1.1(1),1.2(3),1.4(1),2.2(2),2.3(1),2.4(1),3.1(2),3.2(2),3.4(1),4.1(1),4.2(3),4.3(1),4.4(3)

paspoort 1.3(7),3.3(1)Peking 2.4(1),3.1(1)pen 2.1(2),2.4(1),3.1(2),3.3(2)peper 4.1(5)piano 3.4(4),4.1(1),4.2(3),4.5(1)piano’s 4.2(1)pittig 4.1(3)politie 3.2(1)politieagent 3.2(1),3.3(1),4.1(3)pond 1.3(2),3.2(1),4.4(2)postkantoor 1.1(8),1.2(1),2.4(1),3.1(1)postzegels 2.1(7)praat 3.2(10),3.5(2)Prinsenhof 4.3(1)radio 1.3(2),2.4(1)rechtdoor 1.2(5),1.5(2),3.1(1),3.3(1)

rechterhand 1.1(1),4.1(1)rechtervoet 1.1(1)rechts 1.1(4),1.2(7),1.5(4),2.2(1),

2.4(1),3.1(1),3.2(1),3.3(1),4.1(1)

regen 4.4(3)regende 2.3(1)regenen 1.4(6),3.5(2),4.4(2)regent 1.4(8),3.1(1)ren 4.3(1)rennen 1.4(3),2.2(1),3.3(1),4.3(2),

4.4(2)rent 2.1(2),2.2(1),4.3(3)reserveren 4.3(4)restaurant 1.1(1),1.2(1),1.3(1),1.4(2),

2.1(2),2.2(1),2.3(2),3.2(3),3.4(5),4.1(5),4.3(4)

rij 1.2(12),1.4(1),4.4(2)rijden 1.4(2),3.3(1),4.4(4)rijdt 1.1(1),3.4(2),4.4(2)Robert 2.4(1)rode 1.1(1),1.2(2)rok 1.2(1),1.5(2)rokken 3.3(1)Rome 1.3(1),1.4(1),2.3(2),4.2(1)rood 1.3(1),2.4(1),3.3(3),3.4(1)rundvlees 4.1(6)Rusland 1.4(1),2.4(2),3.1(1)Ryan 3.4(1)salade 3.3(13),3.5(1),4.1(1)salades 3.3(1)sap 2.4(1),3.4(2)Sara 1.2(1)schilderij 4.2(10)schilderijen 4.2(1)schoen 4.2(2),4.3(1)schoenen 1.3(1),1.5(2),2.1(1),2.4(2),

3.2(1),3.3(5),3.4(2)school 1.1(7),1.2(5),2.1(1),2.2(2),

2.3(9),3.1(1),3.2(1),3.3(1)schooldag 3.2(1)schreef 2.3(1)schrijf 2.1(2),3.1(1)schrijfblok 2.1(6),2.2(1),3.1(2)schrijft 2.1(3),2.3(1),4.1(1)seconden 1.3(2)september 3.1(3),3.2(1)serveerster 4.1(7)servet 4.1(4)sieraad 2.1(1),2.2(2),3.1(1),3.2(1),

4.1(1)sinaasappel 2.4(1)

Page 52: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

47

sinaasappels 3.3(1)sinaasappelsap 2.4(4)ski 4.4(1)ski’s 4.4(10)skiën 4.4(6)skiërs 4.4(3)skiet 4.4(3)sla 1.2(5),1.5(2),3.1(1),3.2(2)slaapt 1.3(1),1.4(1)slaat 1.2(4),4.3(1)slecht 3.4(14)slechte 3.4(1)slechter 3.4(2)slechtere 3.4(1)slechtst 3.4(2)slechtste 3.4(1)sleutels 2.2(2),3.1(1),4.2(2),4.3(1)sliep 2.4(1)slippers 4.4(4)Smits 3.3(4)sneeuw 4.4(7)sneeuwen 1.4(3),4.4(1)sneeuwt 1.4(7)snel 4.1(1),4.4(2)soep 3.3(9),4.1(3)sok 3.2(1),4.2(2)sokken 2.3(2),3.2(1)soort 3.3(7)speel 4.5(3)speelden 3.4(3)speelgoed 1.1(1),3.1(2),4.1(1)speelt 3.4(4),4.2(6),4.5(3)spel 3.1(1),3.3(1)spelen 3.1(1),3.4(2),4.1(4),4.2(9),

4.3(2),4.4(7),4.5(2)spijkerbroek 3.2(1),3.3(1),4.1(1)spijt 3.4(13),3.5(1)spreek 2.4(2),2.5(1)spreekt 2.5(1),3.3(4),3.4(2),4.3(2)spreken 3.3(2),3.4(2)sta 1.1(2)staan 1.1(2),1.2(4),2.2(1),4.3(3),

4.4(1)staat 1.1(19),1.3(2),2.2(1),3.1(2),

4.2(11),4.3(1),4.4(7)stad 1.2(1),1.4(2),4.2(10),4.4(4),

4.5(1)stadion 1.1(5),1.2(1),2.2(3),4.2(4)stadions 4.2(1)standbeeld 4.2(20),4.4(1)standbeelden 4.3(2)stap 1.2(1)

stappen 1.2(1),1.3(1)stapt 1.2(7)Stefan 3.3(2)stelt 4.1(6)stoel 1.1(3),1.2(6),1.3(3),3.1(3)stoelen 2.1(1)straat 1.2(2),3.4(1)strand 1.4(7),2.1(1),2.2(4),2.3(2),

2.4(4),2.5(2),3.1(2),3.2(1),3.4(2),4.2(1),4.3(1),4.4(2),4.5(2)

strandfeest 3.3(2)studeer 2.3(2)studeerde 2.4(1)studeert 2.3(5)student 2.3(5),2.4(1),2.5(2),3.1(1),

4.1(1)studeren 2.3(3),2.5(3),4.1(1)suiker 4.1(5)supermarkt 1.1(1),2.2(4),2.4(3)Suzanne 3.1(1)synagoge 4.3(3),4.4(1)T-shirt 1.2(1)T-shirts 2.3(1)taart 2.2(1),2.4(2),3.1(2),3.3(2),

4.1(1)tachtig 1.3(1)tafel 1.1(1),1.3(2),2.1(1),3.1(3),

3.2(1),3.3(1),4.1(1),4.3(7)taxi 1.2(7)te 3.1(4),3.3(1),3.5(4),4.4(5),

4.5(2)telefoon 1.3(2),3.3(1)telefoonnummer 3.2(8)televisie 1.4(1),3.2(1),3.3(1)tempel 4.3(4),4.4(1),4.5(1)tempels 4.3(1)tenslotte 4.3(3)tennissen 1.4(1),2.1(1),2.4(2)tenniste 2.3(1),2.4(3)tent 4.4(2)tenten 4.4(2)terras 1.1(6),1.3(1),4.2(2)terug 4.4(3)terugbrengen 4.4(3)teruggebracht 4.4(4)theater 1.1(7),1.2(4)thee 2.4(3),3.1(1),4.1(1)thuis 1.1(7),1.2(3),4.1(1),

4.3(1)tien 1.3(3),1.4(3),2.1(1),2.4(1),

4.1(1),4.4(1)tiende 3.1(1)

Page 53: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

48

tijd 1.3(5),1.4(1),3.2(2)toen 2.3(9),2.4(34),2.5(1)toilet 1.2(3),2.2(1)toneelstuk 3.1(2),3.4(2)totziens 3.3(2),3.5(2)trap 4.2(4),4.3(6)trein 1.3(20),1.4(4),2.1(1),2.4(1),

3.1(1)treinkaartje 1.3(2),2.1(1)treinstation 1.3(4),2.4(2)trommel 4.2(4)twaalf 1.3(2),3.1(2),3.2(1)twee 1.3(7),2.1(2),2.2(1),3.4(3),

4.1(1),4.3(4),4.4(2)tweede 1.2(5)tweeduizend 3.2(5)tweeëntwintig 3.2(1),4.3(1)tweeënveertig 1.3(2),1.5(1)tweeënvijftig 1.3(2)tweeënzestig 1.3(1)tweehonderd 3.2(1)tweehonderdvijf 3.2(1)twintig 1.3(1),3.2(2),4.4(1)u 1.1(5),1.2(12),1.3(11),1.4(4),

1.5(2),2.1(1),2.2(10),2.3(16),2.4(29),2.5(11),3.1(6),3.3(13),3.4(2),3.5(5),4.1(10),4.2(4),4.3(13),4.4(7),4.5(10)

uit 1.2(7),1.3(2),2.3(2),3.1(1),4.3(3)

universiteit 2.3(12),2.4(3),4.1(1)uur 1.3(35),1.5(2),2.2(2),2.5(2),

3.1(1),3.3(2),3.4(4),3.5(1),4.3(4),4.4(2)

uw 1.3(6),2.3(4),2.5(1),3.1(1),3.3(2),3.4(2),3.5(1),4.2(1),4.4(1)

vader 2.2(1),2.3(2),3.2(2),3.4(1)vak 2.2(3),2.3(4),2.5(2)vakken 2.2(2)van 1.1(8),1.2(2),2.3(1),3.1(7),

3.3(10),3.4(8),4.1(4),4.2(27),4.3(1),4.5(3)

vanavond 1.3(1),3.1(2),3.4(3),4.1(4),4.3(4)

vandaag 1.4(20),2.1(11),2.2(5),3.1(2),3.2(6),3.3(1),4.1(1),4.3(4),4.4(6),4.5(2)

vanmiddag 1.3(3),3.4(6),4.3(1),4.4(1)vanochtend 1.3(1),2.1(1),2.2(1),4.3(1),

4.4(1),4.5(2)veel 4.4(9)

veertien 3.2(1)veertig 4.4(1)ver 1.2(1)verdrietig 4.3(2)verdwaald 4.3(6)VerenigdeStaten 2.4(1),2.5(1),3.1(1),3.2(1)verjaardag 3.3(5),3.4(2),4.3(1)verkleedfeest 3.3(2)verkocht 2.1(4)verkoop 2.1(1)verkoopt 1.1(2),2.1(1),2.2(1)verlaat 3.1(2)verlaten 3.1(2)verschillend 4.2(1)vertraagd 1.3(4),1.4(3)vertrekt 1.3(14),1.4(1)vertrokken 2.4(1)vier 1.3(3),1.5(1),2.1(1),2.2(1),

4.3(1),4.4(1)vierde 1.2(4),3.1(1)vierendertig 3.2(1)vierentwintig 3.2(1)vierenveertig 1.3(1)vierenvijftig 1.3(1)vierenzestig 1.3(2)vierenzeventig 1.3(1)vierhonderd 3.2(1),4.4(1)vierhonderdtwintig 3.2(1)vies 2.3(2),4.3(1)vijf 1.1(1),1.3(4),1.5(1),3.2(7)vijfduizend 3.2(1)vijfentachtig 1.3(1)vijfentwintig 1.3(2),3.2(1)vijfentwintigduizend 4.4(1)vijfenveertig 4.3(1)vijfenvijftig 1.3(1),1.4(1)vijfenzeventig 1.3(2)vijfhonderd 3.2(1)vijftiende 3.3(1)vijftig 3.3(1)vind 1.5(4),2.4(2)vinden 4.3(2)vindt 2.3(5)vis 1.4(1),4.1(3),4.5(1)vissen 3.1(1),4.4(1)vlees 2.1(1),3.2(1),4.1(1)vliegticket 1.3(4)vliegtuig 1.3(6),2.4(1),3.3(1)vliegveld 1.3(5),2.2(1),2.4(2),3.1(2)vlucht 1.3(18),1.4(4),3.2(1)

Page 54: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

49

voetbal 4.1(1)voetbalde 2.3(2),2.4(3),4.1(1)voetbalden 2.3(1)voetballen 1.4(5),2.1(1),3.4(1),4.1(1),

4.3(1),4.4(1)voetbalt 2.1(1)volgend 4.1(1)volgende 2.1(9),4.4(1)volwassene 2.3(1)volwassenen 3.1(1)vond 2.3(1)voor 1.1(6),1.2(1),1.3(3),1.4(7),

2.1(1),2.2(9),2.4(2),3.1(1),3.2(10),3.3(5),3.4(3),3.5(1),4.1(2),4.3(3),4.4(12)

vorige 2.1(12),2.2(1),3.4(2)vork 4.1(2)vraag 4.1(13)vragen 4.1(9)vriend 2.1(2)vrienden 2.1(1),2.3(1),3.2(2),4.2(1)vriendin 3.1(1),3.2(3)vrij 3.4(14),3.5(4),4.1(1)vrijdag 2.1(1),2.2(2),3.1(2),3.2(1),

3.4(5),3.5(5),4.4(2)vroeg 3.2(4),3.5(2)vroeger 2.3(17),2.4(3),4.1(2)vrouw 1.1(11),1.3(4),1.4(1),2.1(4),

2.3(1),3.1(2),3.2(10),3.3(2),4.1(6),4.3(6),4.4(3)

vrouwen 1.1(1),1.2(1),3.1(2),4.3(1),4.4(2)

waar 1.1(17),1.2(11),1.5(1),2.2(5),2.3(2),3.1(2),3.2(3),3.3(1),4.3(1),4.4(1)

waarom 1.4(6),2.5(1),3.5(1),4.3(1),4.4(2)

wacht 1.3(7),3.2(1)wachten 1.3(3)wachtten 2.3(1)wanneer 1.3(1),1.4(2),2.1(2),2.2(1),

2.4(5),3.1(4),4.3(2)waren 2.3(4),2.4(6)warm 1.4(7)was 2.3(16),2.4(25),2.5(1),3.2(1),

3.3(2),3.4(7),4.4(1)wassen 1.4(1),3.2(1)wat 1.4(6),2.1(2),2.2(12),2.3(8),

2.4(2),2.5(1),3.3(5),3.4(3),3.5(2),4.1(3),4.2(2),4.3(4),4.4(7),4.5(8)

water 2.4(3),3.1(1),4.1(3),4.4(1)

wedstrijd 3.1(5),3.4(3)week 1.4(2),2.1(10),2.2(1),3.1(1),

3.4(1),4.3(2),4.4(1)weer 1.4(5),3.4(5),4.4(1)weet 3.2(10),3.4(2),3.5(1)Wegman 3.3(3)weken 4.3(2)welk 2.2(3),2.3(2),2.5(2)welke 1.2(1),1.3(1),1.5(2),2.2(2),

3.2(2)werk 1.1(4),1.2(10),1.4(1),2.2(2),

2.3(3),2.4(1),3.1(3),3.2(1),4.1(1)

werken 1.1(2),3.4(1),4.1(2)werknemer 2.3(4),3.2(2)werknemers 2.3(1),3.2(1),4.3(1)werkt 1.1(5),1.2(1),2.3(6)werkte 2.3(3),2.4(2)wie 2.4(1),3.2(4),3.4(2),3.5(1)wij 1.1(14),1.2(2),1.3(2),1.4(10),

1.5(2),2.1(3),2.2(17),2.3(12),2.4(5),2.5(1),3.1(3),3.2(3),3.3(3),3.4(2),3.5(1),4.1(8),4.2(5),4.3(13),4.4(13),4.5(2)

wil 1.1(2),1.2(2),2.4(10),2.5(1),3.1(6),3.2(5),3.3(7),3.4(4),3.5(5),4.1(12),4.3(5),4.4(2),4.5(3)

willen 1.1(1),1.2(1),3.4(1),4.1(2),4.4(3),4.5(2)

wilt 1.1(2),1.2(4),2.4(20),2.5(1),3.1(3),3.3(2),3.5(2),4.1(3),4.2(1),4.5(3)

winderig 4.4(8),4.5(2)winderige 4.4(1)winkel 2.3(6),3.1(1)winter 1.4(2),3.1(1)wiskunde 2.2(4),2.3(1),2.5(2),4.1(1)wit 2.3(2),3.3(1),3.4(1),4.4(1)witte 4.4(1)woensdag 1.4(2),2.1(1),3.4(1),4.3(1),4.4(1)woensdagavond 3.4(2)wonen 2.3(1),4.1(2),4.2(3)woon 2.3(1)woonde 2.3(3)woonden 2.3(2),4.1(1)woonkamer 3.3(1)woont 4.2(1)woord 2.2(5),2.4(2)woorden 2.2(5)woordenboek 2.1(10),2.2(1),2.4(1)worden 4.2(1)

Page 55: 2 Stufe 2 Level 2 - Rosetta Stoneresources.rosettastone.com/assets/ce/1312988079/assets/...Ik ga naar het werk. Ik ben op het werk. 09 Zij zijn thuis. Zij gaan naar school. Zij zijn

50

wordt 1.4(6),4.4(5)wortels 2.1(2),2.4(2)yen 3.2(12)zal 4.1(7),4.2(2)zanger 4.1(2)zangeres 3.4(4)zat 2.3(2),2.4(1)zaten 2.3(3)zaterdag 1.4(1),2.2(1),3.4(5)ze 3.1(1),4.4(1)zee 4.4(10)zeep 3.2(1)zeil 4.4(1)zeilboot 4.4(5),4.5(1)zeilboten 4.4(4)zeilen 4.4(8),4.5(6)zeilt 4.4(3)zes 1.3(4),2.1(2),4.4(2)zesduizend 3.2(1)zesennegentig 1.3(1)zesentachtig 1.3(1)zesenvijftig 1.3(1)zesenzeventig 1.3(1)zeshonderd 3.2(1)zestig 1.3(1),1.4(2)zet 3.1(2),3.2(2),3.3(2)zeven 1.2(1),1.3(5),1.4(1),3.1(1),

3.2(1),4.3(1)zevenduizend 3.2(1)zevenendertig 1.3(1)zevenentachtig 1.3(1)zevenenveertig 1.3(1)zevenhonderd 3.2(3)zeventien 3.2(1)zie 4.3(4)ziekenhuis 1.1(1),2.4(1),3.1(2),4.3(1)zien 4.3(6)

zij 1.1(20),1.2(17),1.3(7),1.4(10),2.1(20),2.2(27),2.3(21),2.4(6),3.1(27),3.2(12),3.3(16),3.4(16),4.1(8),4.2(23),4.3(28),4.4(22)

zijn 1.1(8),1.2(3),1.3(2),2.1(5),2.2(14),2.3(10),2.4(2),2.5(1),3.1(1),3.2(14),3.3(17),3.4(5),3.5(1),4.1(17),4.2(13),4.3(11),4.4(3)

zing 3.1(1),3.4(1)zingen 3.1(4),4.2(2),4.3(1)zingt 3.1(1),3.4(5)zit 1.1(6),1.2(5),2.3(3),4.1(1),

4.2(1),4.3(1),4.4(1)zitten 1.2(1),1.4(1),2.3(1),3.1(1),

3.2(1),4.3(1),4.4(3)zoek 4.2(4),4.5(2)zoeken 4.2(4),4.3(1)zoekt 4.2(7),4.4(3)zoet 4.1(3)zomer 1.4(2)zonnebril 1.2(1),1.3(2),1.4(2)zonnig 1.4(10),2.4(1),3.1(1),4.3(1),

4.4(1)zoon 1.3(1),2.3(2),3.1(1)zout 4.1(5)zul 4.1(1)zullen 4.1(3)zus 2.1(3),3.2(2),3.3(1),3.4(1)zuur 4.1(4)zwart 1.2(1),1.3(1),2.4(1),3.4(2),4.4(1)zwarte 1.5(2)zwem 1.4(2),2.1(3),2.3(1)zwemkleding 4.4(4)zwemmen 1.4(8),2.1(4),3.1(2),3.2(1),

4.3(2),4.4(4)zwemt 2.1(2),3.4(2),4.4(1)