deFilharmonie 12.01.13

8
de puur muziek 12.01.13 | 20:00 | CONCERTZAAL DEFILHARMONIE ISABELLE FAUST SCHUMANNS ROEKELOZE ROMANTISMEN

description

De raadselachtige paukenslagen waarmee Beethoven zijn Vioolconcerto opent, maken hun belofte meer dan waar. Met een onwrikbare muzikale retoriek tilt dit revolutionaire concerto – met behulp van Isabelle Faust, de meest innemende violiste van het ogenblik – de dialoog tussen viool en orkest tot een zeldzame hoogte. Philippe Herreweghe zet Beethovens brio tegenover Schumanns roekeloze romantismen.

Transcript of deFilharmonie 12.01.13

Page 1: deFilharmonie 12.01.13

de de

de

puur muziek

bistro

de

jong

de

Muziekcentrum Gent

de

manufactuur

12.01.13 | 20:00 | CONCERTZAAL

DEFiLhARmONiEisAbELLE FAusT

SchumannS roekeloze romantiSmen

Page 2: deFilharmonie 12.01.13

2

PROgRAmmA

RObERT sChumANN (1810-1856) Symfonie nr. 2 in C, opus 61i. Sostenuto assai – allegro ma non troppoii. Scherzo (allegro vivace)iii. adagio espressivoiV. allegro molto vivace

Pauze

LuDwig vAN bEEThOvEN (1770-1827)Vioolconcerto in D, opus 61i. allegro ma non troppoii. larghettoiii. rondo (allegro)

Viool | isabelle Faust

DEFiLhARmONiEDirigent | Philippe herreweghe

Concertmeester | alessandro mocciaEerste viool | Peter manouilov, eva zylka, Xu han, Yuko kimura, claire lechien, Sihong liang, mara mikelsone, miel Pieters, christophe Pochet, natalia tessak, Bart lemmensTweede viool | miki tsunoda, Frederic Van hille, liesbeth kindt, ilse Pasmans, David Perry, lydia Seymortier, marjolijn Van der Jeught, maartje Van eggelen, rousalina arnaoudova, Geraldine De Baets, cristina Scripcariu, ann lafailleAltviool | Sander Geerts, ayako ochi, rajmund Glowczynski, ingrid ceuppens, Bart Vanistendael, alexander Pavtchinskii, neil leiter, Bieke JacobusCello | marc Vossen, Dieter Schützhoff, Birgit Barrea, Diego liberati, maria mudrova, esther torrengaContrabas | ioan Baranga, Jaroslaw mroz, tadeusz Bohuszewicz, Julita Fasseva, Jeremiusz trzaska

Fluit | aldo Baerten, charlène DeschampsHobo | eric Speller, Sébastien VanlerbergheKlarinet | nele Delafonteyne, Benoît ViratelleFagot | oliver engels, Bruno Verrept

Hoorn | eliz erkalp, zachary cramerTrompet | alain De rudder, Steven VerhaertTrombone | harry ries, roel avonds, maarten lowel

Pauken | Pieterjan Vranckx

uiTvOERDERs

Page 3: deFilharmonie 12.01.13

3

sChumANN: symFONiE NR. 2“Ik heb het gevoel dat ik uit mijn piano moet breken”, schreef Robert Schumann in het begin van de jaren 1840. “Hij is te klein geworden voor mijn ideeën.” De directe aanleiding voor dat gevoel was een uitvoe-ring van Franz Schuberts ‘Grote’ symfonie in C in december 1839, een werk waarin hij al zijn idealen gerealiseerd zag. Volgens Clara Schumann was het er Robert met het schrijven van symfonische muziek in de eerste plaats om te doen nieuwe expres-sievormen aan te boren en de klassieke vormentaal om te zetten naar de roman-tiek. Toch is zijn symfonische werk nooit helemaal uit de schaduw getreden van de rest van zijn oeuvre. Geen enkele van zijn symfonieën, concerto’s of zelfs van zijn ouvertures haalt het niveau van zijn liede-ren of pianomuziek, zo luidt het. “Schu-mann heeft problemen met grote vormen”, is dan ook een veelgehoorde kritiek. De structuren die Schumann hanteert zijn soms ongebruikelijk en hebben inderdaad nogal eens de neiging het klassieke keurs-lijf te doorbreken. De vorm wordt bij hem dan ook meer en meer – net zoals dat al een tijd het geval was voor pianomuziek – door de inhoud bepaald en niet langer door externe, ‘absolute’ wetmatigheden.

De muzikale thema’s van een compositie, de melodieën zeg maar, winnen onder invloed van die romantische esthetiek aan gewicht. Vaak zijn die melodieën van een

zodanige perfectie dat ze geen verdere uit- of doorwerking verdragen en ‘beperkt’ Schumann zich tot het louter aaneenscha-kelen of het in een ingenieus contrapun-tisch web combineren van een reeks melo-dische invallen. Formele vrijheden zijn het logische gevolg. Om te voorkomen dat het geheel uit elkaar brokkelt, bedient Schu-mann zich graag van de techniek van de cyclische structuur. Zo opent de Tweede symfonie met een plechtig thema in de kopers dat op het einde van de eerste bewe-ging, het scherzo en de finale wordt her-nomen. Van enig organisch nut blijkt dit thema evenwel niet: geen enkel melodisch of ritmisch motief wordt uit die basisme-lodie afgeleid. Meer nog, de melodie zelf ondergaat bij haar herhalingen nauwelijks enige wijziging: versteend en onverschil-lig voor haar omgeving fungeert ze als een baken, een wel heel letterlijke interpretatie van ‘rode draad’. Zo getuigt elk symfonisch werk op zijn manier van Schumanns strijd met de muzikale elementen. Het zijn pre-cies die kleine littekens, die Schumanns symfonische werken zo aantrekkelijk maken.

Dezelfde vaststelling geldt voor de orkes-tratie, een ander fel belaagd element in Schumanns symfonische werk. Teveel instrumenten spelen dezelfde lijn, waar-door de totaalindruk te wollig wordt. Maar precies die nonchalante overtollig-heid verleent het geheel soms de noodza-

DEFiLhARmONiE & isAbELLE FAusTSchumannS roekeloze romantiSmen

Page 4: deFilharmonie 12.01.13

4

kelijke expressie, net zoals het uitgelopen kleurvlak of een onbesuisd aangebrachte verfklodder een schilderij tot leven brengt. Bovendien heeft de historische uitvoe-ringspraktijk ten overvloede bewezen dat Schumanns orkestmuziek – net zoals zoveel andere muziek uit die tijd – niet te dik is georkestreerd, maar doorgaans te dik wordt uitgevoerd.

“Ik schetste de symfonie op een moment dat ik me psychisch nog helemaal niet goed voelde”, schreef Schumann, die in het najaar van 1844 een van die men-tale crises beleefde die hem steeds vaker overvielen naarmate hij ouder werd. “De openingsbeweging getuigt volop van de strijd die ik met mezelf voerde. Het is een wispelturig en weerspannig deel gewor-den.” Het Scherzo dient zich aan als een perpetuum mobile, een ononderbroken stroom van zestiende noten en wordt door twee verschillende trio’s – een structurele eigenaardigheid die ook al in de Eerste symfonie voorkwam – onderbroken. Na het uitstervende slot van het romantisch-melancholische Adagio klinkt het unisono signaal waarmee de finale opent als een donderslag bij heldere hemel. De sym-fonie wordt afgesloten in een heroïsche jubelstemming. “Het was pas in het laatste deel dat ik me voelde herboren worden”, zo getuigt Schumann, “en inderdaad, een-maal het werk voltooid was, voelde ik me veel beter.”

bEEThOvEN: viOOLCONCERTO iN DLonden, 1844. Het dertienjarige viool-wonder Joseph Joachim gaf zijn eerste

optreden op buitenlandse concertplan-ken. Minstens zo belangrijk als Joachims jeugdige vingervlugheid was het werk dat hij speelde: het Vioolconcerto van Ludwig van Beethoven. Sinds de première van dit werk in 1806 was Beethovens voor ‘lang’ en ‘vervelend’ versleten Vioolconcerto wat in de marge van het muzikale gebeuren gesukkeld. Het optreden van de tiener mag in dat licht grensverleggend genoemd worden. Niet alleen zou Beethovens con-certo een grote rol spelen in Joachims ver-dere violistenbestaan (geen enkel ander werk zou hij zo vaak spelen), met zijn uitvoering bezorgde hij de verwaarloosde compositie een soort premoderne cultsta-tus.

Van alle vroegromantische concerto’s kwam Beethovens Vioolconcerto wel het minst in aanmerking om onmiddellijk aan te slaan. Zo was er allereerst de lengte. Alleen al het openingsdeel is langer dan een doorsnee Mozartconcerto. Daarnaast was er het hardnekkige vooroordeel als zou dit concerto een ontiegelijk saai werk zijn. In het Weense Zeitung für Theater, Musik und Poesie viel na de première te lezen dat “cognoscenti (‘kenners’) unaniem van oordeel zijn dat – hoewel er fraaie dingen in dit concerto te vinden zijn – de opeen-volging van muzikale fragmenten al bij al een incoherent geheel vormt. Bovendien wordt de eindeloze herhaling van cliché-matige passages op den duur vrij vermoei-end”. De recensent eindigt zelfs met een waarschuwing: “Indien Beethoven deze stijl verder zet, zal het slecht aflopen met hem en zijn publiek.” Beethoven presen-

Page 5: deFilharmonie 12.01.13

5

teert in het openingsdeel nu eenmaal geen ‘grote lijn’: geen hapklare sonatevorm dus, maar een ingenieuze constructie waarin diverse motiefjes elkaar aflossen.

Uiteindelijk zal ook de aanhef de ‘kenner’ vreemd in de oren geklonken hebben. Beethoven opent zijn Vioolconcerto verras-send genoeg met zachte paukenslagen. Op het vijfde slagje ontvouwen de houten een wonderlijke melodie, waarin halverwege nog eens paukenslagen opduiken. Wan-neer de violen een weinig later de ritmi-sche paukenfiguur imiteren (gek genoeg op dis, en niet zoals verwacht op d), weten we: dit vijfnotenpatroon vormt de muzi-kale hartenklop van het concerto. De rit-mische slagjes zijn niet weg te denken: ze bereiden de prachtige nevenmelodie voor, en maken even later zelfs deel uit van een andere melodie.

Voor het overige was er eigenlijk niet zoveel aanstootgevends aan dit Viool-concerto. In tegenspraak met zijn overige concerto’s beschouwt Beethoven de solist hier niet als aanstoker van muzikaal ver-nuft, maar als een genereus spraakzame, frivool flirtende, steeds in hogere regionen spelende partner. In die zin deelt Beetho-vens concerto de karakteristieke codes van toenmalige virtuozenconcerto’s van Viotti, Rode, Baillot en Kreutzer. Daar was wel reden toe, want dit soort concerto’s (veelal van Franse makelij) was razend populair.

Beethoven componeerde zijn Viool-concerto voor Franz Clement, violist en aanvoerder (‘Violindirektor’) van diverse

Weense theater-, opera- en gelegenheids-orkesten. “Concerto par clemenza pour Clement”, zo noteerde Beethoven in de autograaf van zijn Vioolconcerto. De lief-devolle opdracht licht de affectie tussen componist en violist mooi toe. Maar Cle-ment was naast een gewetensvol muzikant ook een podiumbeest, dat met genoegen zijn virtuoze kunstjes demonstreerde. Zo zou hij op de première van Beethovens Vioolconcerto zijn viool omgedraaid hebben om enkele stuntfiedels te spelen. Naar verluidt zou hij niet of nauwelijks gerepeteerd hebben en speelde hij op de première zijn partij op eerste zicht. De ver-halen zijn weinig authentiek, maar zeggen veel over Clements reputatie als vioolkun-stenaar. En daarover bestaat geen twijfel. Beethoven kon zich geen betere verdedi-ger van zijn Vioolconcerto toewensen.

biO

isAbELLE FAusTIsabelle Faust weet haar publiek te begees-teren door haar gefundeerde interpretaties, die getuigen van een grondige kennis van de muziekhistorische context waarin de muziek geschreven werd. Ze streeft steeds naar een zo groot mogelijke werkgetrouw-heid, gebaseerd op recent onderzoek. Al op zeer jonge leeftijd werd ze prijsdrager van het Leopold Mozart Wettbewerb en de Paganiniwedstrijd. Sindsdien trad ze op met de belangrijkste orkesten ter wereld,

Page 6: deFilharmonie 12.01.13

6

waaronder de Berliner Philharmoniker, het Orchestra of the Age of Enlighten-ment, het Boston Symphony Orchestra en het NHK Symphony Orchestra Tokyo.

Isabelle Faust speelt een omvangrijk reper-toire, dat van Johann Sebastian Bach tot aan het hedendaagse repertoire rijkt, met ondermeer werken van Ligeti, Lachen-mann of Widmann. Haar artistieke open-heid staat toe om zowel in kleine kamer-muziekensembles te spelen als met grote symfonieorkesten. Ook verleende ze haar medewerking aan repertoirestukken die om originele ensemblebezettingen vragen.

Als soliste werkte ze samen met dirigen-ten als Claudio Abbado, Frans Brüggen, Mariss Jansons, Giovanni Antonini, Phi-lippe Herreweghe en Daniel Harding, waarmee ze regelmatig opnames maakt en concerten geeft. Met haar vaste kamer-muziekpartner Alexander Melnikov maakte ze voor Harmonia Mundi ver-schillende opnames, waaronder een inte-grale van de vioolsonates van Beethoven (bekroond met een Diapason d’or en een Gramophone Award). Haar solo-opname van de sonates en partita’s van Bach werd bekroond met een Diapason d’or de l’année 2010. Ook haar recente opname van de vioolconcerto’s van Beethoven en Berg, onder leiding van Claudio Abbado, werd in de vakpers op lovende kritieken onthaald. Deze opname werd bekroond met een Diapason d’or, een Echo Klassik en een Gramophone Award.

Isabelle Faust bespeelt de ‘Sleeping Beauty’

Stradivarius van 1704, een instrument dat haar ter beschikking gesteld wordt door de L-Bank Baden-Württemberg.

PhiLiPPE hERREwEghEPhilippe Herreweghe is hoofddirigent van deFilharmonie (Royal Flemish Philhar-monic). In 1970 richtte Herreweghe het Collegium Vocale Gent op. Nikolaus Har-noncourt en Gustav Leonhardt merkten zijn uitzonderlijke benaderingswijze op en nodigden hem uit om mee te werken aan hun opnames van de verzamelde Bachcan-tates. Al gauw werd Herreweghes leven-dige, authentieke en retorische aanpak van de barokmuziek alom geprezen en in 1977 richtte hij in Parijs het ensemble La Cha-pelle Royale op, waarmee hij de muziek van de Franse Gouden Eeuw ten uitvoer bracht.

Van 1982 tot 2002 was Philippe Herre-weghe artistiek directeur van de Acadé-mies Musicales de Saintes. In die periode creëerde hij verschillende ensembles, waarmee hij een adequate en gedegen lezing wist te brengen van een repertoire lopende van de renaissance tot de heden-daagse muziek. Zo was er het Ensemble Vocal Européen, gespecialiseerd in renais-sancepolyfonie, en het Orchestre des Champs Élysées, opgericht in 1991 met de bedoeling het (pre)romantische repertoire uit te voeren op originele instrumenten.

Philippe Herreweghe werd in 2008 ook vaste gastdirigent van de Radio Kamer Filharmonie in Nederland. Bovendien is hij een veel gevraagd gastdirigent van

Page 7: deFilharmonie 12.01.13

7

orkesten zoals het Concertgebouworkest Amsterdam, het Gewandhausorchester Leipzig of het Mahler Chamber Orchestra Met al deze ensembles bouwde Philippe Herreweghe in de loop der jaren een uit-gebreide discografie op met meer dan 100 opnames. In 2010 richtte Philippe Herre-weghe een eigen label φ (PHI) op om in volledige artistieke vrijheid een rijke en gevarieerde catalogus uit te bouwen.

Omwille van zijn consequente artistieke visie en engagement werd Philippe Her-reweghe op verschillende plaatsen onder-scheiden. Samen met het Collegium Vocale Gent werd hij in 1993 benoemd tot Cultureel Ambassadeur van Vlaan-deren. Een jaar later werd hem de orde van Officier des Arts et Lettres toegekend en in 1997 werd hij benoemd als Doctor honoris causa aan de Katholieke Universi-teit Leuven. In 2003 kreeg hij in Frankrijk de titel Chevalier de la Légion d’Honneur toegekend. In 2010 tenslotte verleende de stad Leipzig aan Philippe Herreweghe de Bach-Medaille voor zijn grote verdienste als Bachuitvoerder.

DEFiLhARmONiEAls stilistisch flexibel symfonieorkest bezit deFilharmonie (Royal Flemish Philhar-monic) een artistieke souplesse die toelaat om meerdere stijlen op een historisch ver-antwoorde wijze te vertolken. De Neder-landse dirigent Edo de Waart, die voor-heen aan het hoofd stond van het Radio Filharmonisch Orkest, het San Francisco Symphony en het Hong Kong Philhar-monic Orchestra, staat als chef-dirigent

in voor het grote orkestrepertoire. Met zijn ruime orkestervaring draagt hij bij tot de vorming van het unieke karakter van deFilharmonie. Hij werkt daarvoor nauw samen met hoofddirigent Philippe Her-reweghe, die zich vanuit zijn specifieke achtergrond toespitst op de (pre)roman-tische muziek. Martyn Brabbins is eerste gastdirigent.

Dankzij eigen concertreeksen in grote zalen bekleedt deFilharmonie een unieke positie in Vlaanderen. In het buiten-land werd deFilharmonie uitgenodigd door de belangrijkste huizen, waaronder de Musikverein en het Konzerthaus in Wenen, het Festspielhaus in Salzburg, het Amsterdamse Concertgebouw, de Suntory Hall en de Bunka Kaikan Hall in Tokio en het National Grand Theatre van Peking. Internationale concertreizen door diverse Europese landen en Japan vormen een constante in de kalender.

Verschillende cd’s van het orkest werden bekroond door de vakpers, zoals de recente opnames van Beethoven, Mendelssohn, Schubert en Stravinski met hoofddirigent Philippe Herreweghe (PentaTone). Even-eens verschenen opnames met muziek van Sjostakovitsj onder leiding van Jaap van Zweden (Naïve), en van Mortelmans en Vieuxtemps onder leiding van Martyn Brabbins (Hyperion). Het orkest maakt ook opnames voor zijn eigen label, waarin het focust op het grote orkestrepertoire, Belgische muziek en hedendaags klassiek.

Page 8: deFilharmonie 12.01.13

biNNENkORTDi | 15.01.13 | 20:00 | kraakhuis | uitVerkochtDan Tepfer (piano)improvisaties op de Goldbergvariaties

Wo | 16.01.13 | 20:00 | miryzaal (hoogpoort 64)hugo wolf QuartettVan Beethoven, Webern, mendelssohn

Vr | 18.01.13 | 20:00 | kraakhuisCanto Coronatociconia, Da Perugia

za | 19.01.13 | 20:00 | kraakhuissurjeet singh EnsembleSikh-tradities uit Punjab

zo | 20.01.13 | 15:00 | uitVerkochtNew Dutch Academynieuwjaarsconcert Stad Gent

Di | 22.01.13 | 20:15 | handelsbeursQuatuor modiglianiFranck, ravel, Saint-Saëns

Vr | 25.01.13 | 20:00 | uitVerkochtza | 26.01.13 | 20:00 | uitVerkochtPhilip glass Ensemble, inleiding met Philip glassFilmopera ‘la Belle et la Bête’

za | 26.01.13 | 15:00 | kraakhuiszo | 27.01.13 | 11:00 | kraakhuisTe waar om mooi te zijnmuzikale vertelling voor kinderen door nic Balthazarmet muzikale begeleiding door isolde lasoen

zo | 27.01.13 | 16:00deFilharmonie, tg LazarusDe Drie musketiers | kiDconcert

Wo | 30.01.13 | 20:00b’Rockcorelli, muffat, telemann, haendel

Vr | 01.02.13 | 20:00symfonieorkest vlaanderen, Christianne stotijn (mezzo)Wagner, Berlioz, Brahms

za | 02.02.13 | 20:00hathor Consort, Romina Lischka (artistieke leiding), marnix De Cat (contratenor)Bloemlezing van engelse consort songs

Do | 07.03.13 | 20:00Osmosismengal, Beethoven, reicha

bespreekbureau muziekcentrum De bijloke gentJ. kluyskensstraat 2, 9000 GentDi - vr 10:00 - 12:00 & 13:00 - 17:00 | za 13:00 - 17:0009 269 92 92 | [email protected] | www.debijloke.be

Colofontekst programmaboekje | Geert riem & tom Janssensv.u. | Daan Bauwens© muziekcentrum De Bijloke Gent

muziekcentrum De Bijloke is mobiel dankzij het partnership met Gent motors (www.gentmotors.be)